1134 het Ind. Mil. Tijdscht'. N°. 9 van 1880 beschreven, is echter van messing vervaardigd. De percuteur is op eene andere wijze gevuld; hierin werd namelijk, evenals in de schiet- en werpdoppen, een slag hoedje geplaatst. De percuteurdrager, vroeger een koperen, gevleugeld hoedje, is bjj deze buis een stalen veertje, dat echter geheel dezelfde functie ver richt als genoemd hoedje. Bij het afgaan van het schot namelijk overwint de traagheid van den percuteur den weerstand van het veertje, dat, zich langs den percuteur buigende, dezen veroorlooft zijn weg naar de naald te volbrengen. Deze tijdbuis, die bij de oorspronkelijke beproeving uitstekend voldeed, verminderde na opbewaring in waarde, ten gevolge van veelvuldig voorkomende weigeringen en het toenemen van de lengte spreiding der springpunten. Het gebrek weigeringeu, voortkomende uit het niet ontsteken van den sasring door de vlam van de percuteurlading, werd weggenomen door den sasring van eene aanvuring te voorzien. De lengtespreidingen der springpunten werden kleiner gemaakt door de kruitkamer der buis te ontledigen en opnieuw te vullen. Het was nl. gebleken, dat de lading dezer kruitkamer was geklonterd en in het nauwe gedeelte meestal zóó vast zat, dat de ontlediging alleen met eene stalen naald mogelijk was. Het laat zich verstaan, dat deze toestand der kruitkamers, die een in eens overbrengen van de vlam van den sasring naar de springlading van het projectiel onzeker maakte, zeer tot vergrooting van de lengtespreiding der springpunten bijdroeg. 6e. De uitgezonden werpdop werd te gevaarlijk geacht bij het hanteeren van het daarmede gewapend projectiel. Deze werpdop was trouwens alleen uitgezonden, om aan te geven in welken geest de Commissie in Nederland zich voorstelde, dat de constructie zoude dienen te geschieden. Aan de Pyrotechnische werkplaats werd dan ook het ontwerpen en aanmaken van een aantal proefwerpdoppen opgedragen. Deze opdracht en genomen proeven hebben geleid tót de invoering

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 519