1137 Drachten in meters. 50% spreidingen in meters. Lengte. Breedte. Hoogte. 500 16 0.2 0.3 1500 17 0.8 1.3 2500 22 1.7 3.7 3500 30 3.3 9.2 4000 34 4.4 13 7 De 50°/o lengtespreiding der springpunten van de granaatkartetsen werd. naar aanleiding der genomen proeven, op alle afstanden gelijk aan 75 M. genomen. De 50% hoogtespreiding der springpunten bedraagt op: 500 M1.8 1500 7.0 2500 15.9. Het interval is bij het granaatkartetsvuur op alle afstanden gelijk aan 50 M. genomen en de gewensehte hoogte der springpunten is iu de sehootstafel opgegeven boven de drachtlijnzij is bij granaat kartetsvuur op 500 M. gelijk aan 0.9 1500 „3.7 2500 8.0. Yolgens de sehootstafel wordt de voordeeligste plaats van het spring- punt geachr te zijn het punt van de baan (van het vol projectiel door het midden van het doel gaande) gelegen op interval van 50 M. afstand van het doel. Dit jaar of in het begin van het volgende jaar zullen proeven genomen worden omtrent de meest wenschelijke tempeering van de granaatkartet sen, die vooraf getempeerd met de batterij zullen worden medegevoerd. Het vermoedelijk resultaat kan eenigszins beoordeeld worden door de mededeeling, dat eene tempeering op 1, dat is, van 2 streepjes, het projectiel springen doet op 110 M. van den vuurmond en elk streepje meer of minder tempeering het springpunt 27 M. horizontaal verplaatst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 522