1142 stuit en daardoor de kardoezen op de verlangde plaats brengt. g. De uitrusting aan munitie eener veldbatterij blijkt uit de volgende gegevens 396 granaatkartetsen, 384 granaten, 96 kartetsen. In eiken voorwagen worden vervoerd 15 granaatkartetsen en 12 granaten, onder den voorwagen: 2 kartetsen, aan de affuit: 1 h. De bergaffuit zooals zij werd uitgezonden, voldeed niet bij de beproeving; zij had eene geheel onvoldoende stabiliteit, in zoodanige mate, dat zelfs eene belaugrijke opoffering van het vermogen van den vuurmond (ver mindering van snelheid van het projectiel) daarin geene afdoende verbetering bracht. Proeven met een nieuw model Kruppaïïmt, evenals andere mede in het laatst van 1882 en begiu van 1883 genomen proeven toonden aan, dat eene verlenging van het affuitlijf met 0.1 M. evenmin als verplaatsing van de tappannen de stabiliteit afdoende verbeterden. Eene proef, om door regelmatiger werkend, grofkorrelig kruit de gewenschte stabiliteit te verkrijgen, voerde al evenmin tot een ge- wenscht resultaat. De tijdschriften deelden mede, dat o. a. de Zwitsersche en Italiaan- sche bergartillerie, zij het dan in mindere mate, met moeielijkheden als deze hadden te kampen. Invoering van het zoo gewenschte A. bergkanon, dat zoo ten vol le bij de proeven had voldaan, was hoogst ongeraden, wegens onvol doende stabiliteit van de affuit. Aan het affuitlijf meerdere lengte, dat is, aan de affuit grootere stabiliteit te geven, was niet mogelijk wegens den eisch, dat het geheele bergmaterieel moest zijn draagbaar. Met de verlenging van 0.1 M. was men, met het oog op de draagbaarheid der affuit,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 527