1155
Wat nu verricht moet worden, om van de barisans te maken, wat
zij moeten worden, komt in hoofdzaak, naar onze meening, op het
volgende neer
le. De korpsen brengen onder het eeuig en rechtstreeksch beheer
van het Departement van Oorlog en aan de militaire wetten onderwerpen.
Nu zijn zij alleen bij mobilisatie aan de militaire wetten onderworpen,
zoodat zich in het vredesgarnizoen het geval kan voordoen, dat de
civiele rechter een officier en een mindere gelijktijdig aan de publieke
wegen kan te werk stellen.
2e. Den gedwongen dienst bij de barisans afschaffen en alleen
vrijwilligers toelaten, op den voet als bij de overige korpsen van het
leger, evenwel zonder premie.
3e. De bezoldiging in grond belangrijk verbeteren en naar gelang
van den graad of rang, na 12, 18 of 24 jaren trouwen dienst vollen
eigendom van een evenredig stuk grond op het eiland Madoera toe
kennen als pensioen. Uit een agrarisch oogpunt is daar niets tegen,
en grondeigendom is op Madoera zoodanig gezocht, dat dit de be
langrijkste hefboom zal zijn, om de barisans compleet te houden.
De bezoldiging, welke in grond wordt genoten, komt onder militair
beheer en die, welke als pensioen wordt toegekend, onder dat van
het binnenlandsch bestuur.
4e. De korpsen, evenals die van het leger, encadreeren met Euro-
peesche officieren en Europeesch kader, die evenals bij het leger
betaald worden, behoudens eenige officiersplaatsen, die aan geschikte
en verdienstelijke Madoereezen van hoogere afkomst kunnen worden
afgestaan. Dit moet geleidelijk worden uitgevoerd en aan de tegen
woordige officieren, die ontslagen worden, behoort naar gelang van
rang en diensttijd een pensioen te worden toegekend, waarvan zij
behoorlijk kunnen leven.
56. Te Sampang ook 2 compagnieën barisan oprichten, die met
de 2 compagnieën van Pamekasan één korps vormen, en de barisans
van Bangkalan en Soemenep terugbrengen elk tot 4 compagnieën.
Zoodat wij in het geheel krijgen 3 korpsen, elk van 4 compagnieën,
of 12 compagnieën te zamen.
6e. Het stelsel van kazerneering niet toepassenden bestaanden
toestand vooreerst bestendigen, met bepaling nochtans dat men niet