1168 van de sociëteit, overeenkomstig de gegeven instructie, uitgerukt en de poort genaderd was(l). Hij begaf zich toen naar buiten en gaf den len luitenant P. H. Yan der Wedden last, met dien troep een uitval te doen en den vijand, die zich nog altijd in en achter de cantine ophield, en er hard schreeuwende deuren en ramen rameide, met de bajonet aan te vallen. Aan dezen last werd door den luitenant, onder een luid hoera zij ner manschappen en onder het blazen van den stormmarscb, met den meesten nadruk gevolg gegeven. Bij de cantine gekomen, kwamen hem een zestal Djambiërs tandak- kende van de achterzijde van het gebouw tegemoet, waarop hij op hen en op diegenen, die zich in een terreinplooi achter den kam- pongrand ophielden, het snelvuur liet openen, zoodal, toen dadelijk daarop ook van het Z. W. bastion een kartetsschot op den kampong- rand gedaan werd, het geschreeuw des vijands onmiddellijk ophield en de Djambiërs voorgoed van het gevechtsterrein verdwenen. Na nog een tweede kartetsschot gegeven te hebben, liet de comman dant in de vermoedelijke richting van den terugtochtsweg des vijands 2 granaatkartetsen schieten, waarop hij den luitenant Yan der Wedden den last gaf, den kampongrand, die de grens van het sultansgebied vormt, te verkennen (in het gebied zelf mochten wij niet komen) en terugkeerende de dooden en gewonden des vijands te verzamelen. Het bleek toen, dat de vijand 8 dooden en 2 zwaargewonden in onze handen had achtergelaten. Intusschen was het dag geworden, waarop, nadat de reveille lustig geblazen en aan den troep een oorlam verstrekt was, andermaal eene verkenning werd uitgezonden. Yan den vijand was echter niets meer te bespeuren. Onderwijl had de controleur een der gewonde gevangenen in verhoor genomen en van dezen vernomen, dat de bende ongeveer 300 man (1) Bij dezen troep hadden zich de luitenants, de controleur en de overige Euro. peesche ingezetenen met hunne dames en hinderen aangesloten. In het fort bevonden zich de afgetreden militaire commandant met zijne familie, de commandant en de officier van gezondheid met eohtgenoote en twee kinderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 553