1175 zuiverste hoogachting van de zijde der gevers tegenover den begif tigde, maarin zeer vele gevallen is het- stroop, niets dan stroop. Kan men zich in ons autocratisch geregeerd Indië voor een deel wel verklaren, dat er op deze wijze vaak een portret onder de vlag van hoogachting wordt geschonken, waarvan het origineel geen tittel of jota meent; in het leger van het moederland is het daarmede veel erger gesteld. Bij het Nederlandsche leger, zoo schrijft men mij, kunnen de subal terne officieren bij het verkrijgen van iederen nieuwen rang geruste- lijk een dozijn portretten op zijde leggen, om die te bewaren voor albums van vertrekkende chefs. Men zou daar kunnen zeggen, dat het regel is, een album te geven en dat er op dien regel niet veel uitzonderingen zijn, zoodra het een korpschef geldt. Naarmate de rang van deu overgeplaatsten of gepensionneerden chef hooger is, wordt de hoeveelheid portretten uit den aard der zaak grooter. Een kolonel krijgt de portretten van de officieren van het regiment, de divisiegeneraal die van de officiereu van zijne divisie. Het album van een divisiegeneraal moet dus reeds van een ver- bazenden omvang zijn en ik kan nu begrijpen, dat er voor een in specteur van de infanterie een album zou noodig zijn, dat moeielijk door één persoon te hanteeren is. Mijn Nederlandsche confrère, een scepticus ten overvloede, ergert zich daar ginds over die albummanie, en om een bewijs te geven, welke stroopvertakkingeu daar nog onlangs vielen waar te nemen, zendt hij mij een Nieuwe Rotterdammer courant van den 24enJuni j. 1., waarin het navolgende gelezen wordt: „Marine en leger. „De onderofficieren van den hoofdcursus te 's Bosch aan den onlaugs „afgetreden inspecteur van het militair onderwijs, den geueraal-ma- „joor Netscher, een bewijs van sympathie en erkentelijkheid willende „geven, hebben van den generaal de vergunning gevraagd en verkre gen, van hem op hunne kosten als blijvend aandenken een groot „portret te mogen doen vervaardigen. Aan dit portret, dezer dagen „in gereedheid gekomen, is in een der lokalen van het gebouw van „dien hoofdcursus eene plaats ingeruimd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 560