1176 „De onderofficieren van den hoofdcursus te Kampen hebben om de zelfde, hierboven vermelde reden aan den generaal de toestemming „verzocht, zijne beeltenis in hun jaarboekje over 1885 te mogen doen „verschijnen, welke toestemming door hem insgelijks welwillend „werd verleend." Het kost werkelijk moeite, om het met droge oogen te lezen Die bedroefde onderofficieren. Het spijt mij, dat er niet tevens bij vermeld staat de naam van den persoon die de geheele operatie op touw gezet heeft. Welke gevoelige harten Doch scherts ter zijde. Niet de minderen moeten deswege veroor deeld worden, maar zij de leiders van de beweging die hunne ondergeschikten voor het vraagstuk plaatsen, of ze aan dit of dat mee willen doen. Ik kan mij zeer goed voorstellen, dat in zeer bijzondere gevallen de heengaande chef zoo de onverdeelde sympathie van alle officieren gewonnen heeft, dat jong en oud om het zeerst willen meedoen, om aan dien chef een bewijs van hoogachting te schenken. Maar ook dan nog zoude de eerste stoot behooren uit te gaan niet van de hoofdofficieren of kapiteinsmaar van den allerlaagsten rang. En dewijl nu zulke gevallen hoogst zeldzaam zijn, omdat er al licht een paar gevers uit nooddwang op sleeptouw meegaan, die om de een of andere reden minder veel van den heengaanden chef hou den, is het beter, om al die manifestatiën van eerbied en hoogach ting voorgoed naar de legenden van een vroegeren tijd te verwijzen. De kwaal, die van lieverlede grooter afmetingen gaat aan nemen, moet door een nijdigen dokter eens terdege worden be handeld, waartoe een eenvoudige legerorder is uit te vaardigen, ongeveer van den navolgendeu inhoud „Nademaal het geven van souvenirs, cadeaux en diergelijke aan „vertrekkende korps- en dienstchefs in meerdere mate voorkomt, dan „uit verschillend oogpunt wenschelijk is, worden de Heeren officieren „ernstig verzocht, in den vervolge op geenerlei wijze daaraan deel „te nemen." Wanneer zulk eene aanschrijving de bureaux verlaat van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 561