1187 Spits, één Amboineesch korporaal en 6 fuseliers op 15 passen vóór den hoofdtroep. Hoofdtroep, een Europeeseh korporaal, een Europeesch hoornblazer en 14 fuseliers onder den luitenant zelf. Achtertroep, een Inlandsch korporaal en 4 fuseliers op 15 passen achter den hoofdtroep. Na eerst het terrein bij Ketapan Doea en de trambaan tot halfweg Blang onderzocht te hebben, volgde de patrouille den weg langs de tram baan tussehen Ketapan Doea en Lamara. De commandant der spits, die in opdracht had, om daar, waar het ter rein bedekt was, dit tot op ongeveer 50 passen van de trambaan te door zoeken, zond, op ongeveer 900 passen van Ketapan Doea gekomen, 3 man uit om het terrein ten Noorden van de trambaan te verkennen, terwijl hij zelf met de overige 3 manschappen halt hield. De hoofd- en achtertroep hielden dientengevolge ook halt. Het was toen omstreeks 61 4 uur v. m. Nadat genoemde 3 man der spits op ongeveer 25 passen van de tram baan waren gekomen, ontdekte de Europeesche fuselier Keim achter een omgekapten boom op 15 passen afstand van hem een 4tal vijanden, waar op hij dadelijk een schot loste en waarschijnlijk één hunner neer schoot (later is op die plaats een lijk gevonden), terwijl de overige vijan den over de trambaan vluchttenna hunne geweren te hebben afge schoten. Ter zelfder tijd kwam een 40tal Atjehers, gewapend met geweren, klewangs en lansen te voorschijn uit het omgekapte terrein, ten zuiden van de trambaan op circa 15 passen van den hoofdtroep en begon ook te vuren. Onmiddellijk liet luitenant De Jong door hoofd- en achtertroep 2 salvo's geven en viel daarop den vijand met de bajonet aan, terwijl een gedeel te van de spits dezen van achter den hierboven genoemden omgekapten boom en het terrein ten Noorden van de trambaan verdreef. Bij het be gin van de attaque raakte de commandant door een geweerschot gewond en stortte neer, sprong echter dadelijk weer op en kwam met den troep ter plaatse, waar het 40tal vijanden te voren had stelling genomen. De vijand wachtte den bajonetaanval echter niet af, doch vluchtte in de richting van Aroen, 5 dooden in bovenbedoelde stelling achterlatende. Dadelijk werd de patrouille verzameld en gaf nu salvo's op den vluch tenden vijand, die niet verder vervolgd werd, ten einde niet onder het vuur van het blokhuis Lamara te komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 572