DE KRIJGSVERRICHTINGEN IN EDI EN GEDONG
IN MEI EN JUNI 1878
(met schetsen). -
(Slot).
Tweede tocht tegen Gedong.
Uit den aard der zaak was de vijand door het terugtrekken der
eolonne in den waan gebracht, dat het Gouvernement de kracht miste,
om den vorst van Gedong tot onderwerping te dwingen. De radja
ging voort met zijn gebied te versterken en trachtte zooveel moge
lijk de omliggende landschappen over te halen, zijne partij te kiezen.
Hem werd wederom een ultimatum gesteld, dat den 16en Juni
verstreken zou zijn, en ten einde op dien datum de noodige kracht
aan onze eischen te kunnen bijzetten en desvereischt zijn gebied
te kunnen tuchtigen, oordeelde de militaire bevelhebber het dringend
noodig, dat vóór dien datum eene genoegzaam sterke colonne naar
Pasei gezonden werd.
De navolgende nota en instructie werd voor den colonne-com
mandant samengesteld.
„Kota-Radja, 13 Juni 1878.
„Nota.
„N°. 337.
„Zeer veel spoed x X X-
„Ten einde op den dag, dat het aan het landschap Gedong ge3tel-
„de ultimatum zal zijn verstreken, aan onze eischen kracht bij te
„zetten en dat staatje te tuchtigen, wanneer het zich niet heeft on
derworpen, waartoe het bereids stappen heefc gedaan bij den Malia-
„radja van Telok Semawé, zal ik op aanstaanden Zaterdag, den 15en
„dezer, met de noodige troepen derwaarts vertrekken.
„Daartoe heb ik bestemd
1885, Dl. II. 7?