1197 teekenen van leven door in kampong Olir Blang eenige huizen te verbranden. Een paar granaten werden in die richting geworpen, hetwelk om 10'/2 uur des voormiddags herhaald werd. Aan het verzoek van den wa. ass.-resident Yan Nunen. om eene verkenning in die richting te doen, werd door den colonne-comman dant geen gevolg gegeven, omdat ZHEG. onder geen voorwendsel met den vijand in aanraking wilde komen tot bereiking van een klein of nevendoel, vóór hij naar zijn hoofdobject oprukte. Door de veranderde stelling der troepen moest de veiligheidsdienst veranderd worden, vooral voor den nacht. Deze werd daarom op de volgende wijze bepaald Elke compagnie geeft eene sectie onder een officier of geschikt onderofficier (sergeant-majoor) op wacht. Deze veld wacht wordt op 15 passen vóór het midden der compagnie geplaatst en zet dub bele posten op 25 passen voor haar uit. Er wordt dus een kring- van dubbele posten evenwijdig aan en op 40 passen afstand van de stelling gevormd. De sectiën lossen elkaar om de 3 uren in hun geheel af. Verder werd door die veldwachten patrouilledienst verricht op het terrein vóór de schildwachten. Een kapitein van piket surveilleerde den wachtdienst. Over dag werd de veiligheidsdienst verricht door eene wacht van 20 man, met 2 korporaals en een onderofficier. Het terrein was van dien aard, dat een paar posten voldoende waren, om dit in zijn geheel te overzien. Op den 18en werd de infanterie van 6(/2 tot 8 uur in het exer- ceeren geoefend, de artillerie en mineurs hadden eveneens bezigheden, terwijl de dwangarbeiders dien dag hun logies bouwden, dat in het verlengde van dat van het 2e bat. kwam te staan. Order werd gegeven, dat zij steeds des avonds tusschen 6 en 61 /2 uur daar present moesten zijn. Zij stonden onder de orders der intendance en mochten chefs van korpsen, wapens of diensten hen noodig hebben, dan konden zij slechts op schriftelijke aanvraag, goedgekeurd door den colonne-commandant, verkregen worden. Ook dien dag werden in den loop van den morgen schoten in zuid westelijke richting gehoord, waarop een 30tal bevriende Atjehers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 582