- 1200 „Voor de munitie, vier vaatjes per compagnie, zullen 12 dwangar beiders worden gegeven, en voor de kookketels per twee com pagnieën, uit gebrek aan veroordeeldentwee dwangarbeiders. „Ik verwacht van de commandanten der artillerie en ambulance „zoo spoedig mogelijk eene opgave van het aantal dwangarbeiders, „dat zij noodig hebben. „Bij elke colonne zal voor het toezicht over de kookketels, je- „never en munitie een officier worden gedésigneerd. De keuze van „dezen officier wordt aan de colonne-commandanten overgelaten. „De luitenants-kwartiermeester Iiissink en Bant, respectievelijk van „het 2C en 14c bat., zullen de colonne volgen en voegen zich bij het „centrum; de 2C luitenant-kwartiermeester J. B. Koopman blijft achter- „De voorste colonne opent den marsch en marcheert in zuidelijke „richting door kampong Samoedra. Wanneer zij uit deze kampong „gedeboucheerd is, marcheert zij in westelijke richting tusschen deze „kampoDg en Oedjong Pakoea door en houdt zooveel mogelijk op „Lantjot aan, haren marsch in zuidelijke richting vervolgende langs „kampong Baijoe, alwaar zij stelling zal nemen en wel ten noorden „van deze kampong. Mocht deze colonne te sterk door den vijand „gedrongen worden, dan trekt zij langzaam op de hoofdcolonne te- „rug en dekt hare rechterflank. Den commandant wordt aanbe- „volen de beide laatstgenoemde kampongs niet te vertrouwen; kan „hij stand houden, dan opent hij zijn vuur of vóór öf gelijktijdig met „het artillerie- en geweervuur der hoofdcolonne; dit vuur richtende „in zuidoostelijke richting. „De hoofdcolonne stelt zich in gevechtsstelling op ten zuiden „van kampong Oedjong Pakoea, tusschen de kampongs Olir Blang „en Lantjot. Het vuur wordt door de voorste en hoofdcolonne in „dezelfde richting onderhouden. „De opdracht van de achterste colonne is den rug der beide voor- „ste colonnes te dekken, tot haar nadere bevelen worden gegeven. „De benteng Kota Karang wordt door 75 man der landingsdivisie „bezet onder de orders van den luitenant ter zee le klasse Yan Stein, „aan wien de 2e luitenant der infanterie A. J. C. Keijzer van het „14e bat. als plaatselijk adjudant wordt toegevoegd. Deze officier „heeft tevens het commando over de achterblijvende en de te evacu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 585