1207 De operatiën in het Gedongsche waren derhalve geëindigd. Met den meesten spoed werd aan de bevelen des kolonels uit voering gegeven; des namiddags om 5 uur was Blang Pria geheel door ons verlaten, eti werd ten 6 ure het bivouac te Kota Karang bereikt, zonder dat de colonne eeuige bemoeilijking door den vijand ondervonden had. De kwartieren werden betrokken en de nacht rustig doorgebracht. Den 22en Juni zouden de troepen embarkeeren om naar Passangan te stoomen, daar dit staatje eveneens getuchtigd moest worden. Terwijl de troepen gereed stonden en voor een gedeelte reeds ingescheept waren, werd de last gegeven dat niet tegen Passangan zou opgerukt worden, doch de troepen zoo spoedig mogelijk naar Groot Atjeh moesten overgevoerd worden, daar Habib Abdul Rachman met talrijke benden een inval in de IV en VI Moekims had gedaan. Nog dienzelfden dag embarkeerden 2 compagnieën van het 2e bat. en 3 compagnieën van het 3e bat. op Z1'. M3. stoomschip Soerabaija. De 3e compagnie van het 14e bat., die nog dien dag de benteng Kota Karang bezet hield, benevens ambulance, artillerie en dwangarbeiders embarkeerden den 23en op Zr. MX stoomschip Metalen kruis en op de „Rajah. Des avonds om 7 uur lichtten de „Soerabaija" en de „Rajah" het anker en bereikten den 24e" tegen den middag de reede van Olehleh. De rest der troepenmacht kwam den 25en aldaar aan. Onmiddellijk na aankomst werd gedebarkeerd, daar de troepen da delijk uoodig waren voor de operatiën in de IV en VI Moekims. Bij commandementsorder dd. 26 Juni 1878, N°. 225, werd door den militairen Bevelhebber de volgende dagorder gegeven: „Gij hebt na een gevecht van één dag den vijand in zijne sterke „stelling Blang Pria, alwaar de élite van 's vijands benden verzameld „was, aangetast en hem daaruit verdreven en een verlies toegebracht „van 500 dooden en gewonden, waarvan op de plaats van bestorming „188 lijken achterbleven. „Niettegenstaande de vijand bij duizendtallen sterk en de tegenstand „hevig was, is het aan Uw kalm beleid, volharding en moed te „danken, dat hij ons zijne onderwerping heeft aangeboden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 592