1208 „Ik wensch U geluk met dit volkomen succes en betuig U allen „en in de eerste plaats Uwen beleidvollen aanvoerder, den majoor „Coblijn, mijn welgemeenden dank voor hetgeen door U in zulk een „kort tijdsverloop verricht is. „Ook de bij dezen tocht door de marine bewezen diensten zijn vele. „Hoewel zij zelf niet aan den strijd heeft deelgenomen, zoo heeft „zij er veel toe bijgedragen, dat het succes in zulk een kort tijdsver loop verkregen werd, eendeels door alle inspanning aan het em- en „debarkement van onze troepen aan den dag te leggen, anderdeels „door het bewaken van ons bivouac te Blangmeij door de bezetting „der marine-landingsdivisie en het stationneeren van gewapende sloepen „in de rivier, waardoor de landmacht in staat was gesteld met hare „geheele macht tegen de vijandelijke stelling op te rukken. „Deze diensten kunnen door ons niet genoeg worden gewaardeerd. „De Kolonel, enz." (w. g.) Van der Heijden. Uit het Algemeen Verslag der Krijgsverrichtingen tegen Atjeh BIJLAGE. Norninatieve opgave der officieren en minderen van de landmacht, aan wie ter zake van de krijgsver rich tingen in Gedong van 4 tot 7 Juni 1878 en van de expeditie tegen dat landschap van 15 tot 25 Juni daaraanvolgende, eene militaire belooning is toegekend (Dagorder voor het In dische Leger 1879 N°. 25). I. Wegens de krijgsverrichtingen in Gedong van 4 tot 7 Juni 1878: a. benoemd tot ridder der 4C klasse der Militaire Willemsorde: de kapitein der infanterie V. H. Götz en de le luitenant der infanterie J. C. J. Le Cocq d' Armandville. h. Eervol vermeld: de officier van gezondheid der 2° klasse C. M. Christensen de 1° luitenant der infanterie A. A. Veenhnijzen, de 2° luitenant der infanterie J. Arendsen de Wolff,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 593