121(3
De organisatie, zoo lezen wij verder, van die inlandsche artillerie
en de oefeningen van de bedieningsmanschappen heeft reeds zoo
danige afmetingen aangenomen, dat in Britsch-Indië sedert jaren bij
de artillerie van het eigenlijke leger geene Inlanders meer mogen
aangenomen worden.
De Hindoe is n. 1. een uitstekend fiju richter van een vuurmond
en de Engelsche artillerieofficier geeft er den brui van, om nog lan
ger als instructeur te fungeeren van de kanonniers in spe van de
Inlandsche vorsten, die er batterijtjes op nahouden.
De gewezen soldaten zoeken naar hunne meeniug te vaak een
nieuw engagement bij de legioenen en barisans.
Dat overteekenengeschiedt onder anderen steeds door iederen
Gourka, den oorlogzuchtigen bewoner van Nepaul, welks rajah Sir
Jung Bahadour bijzonder veel prijs op de gewezen Britsch-Indische
soldaten schijnt te stellen.
Men dient tevens te weten, dat de Gourka een militair in Britsch-
Indië is, even gevierd als ten onzent de Amboinees.
Door zijn trouw en heldhaftig gedrag in 1857, o. a. bij de in
name van Delhi en zijn andermaal betoond flink gedrag in den
Abyssinischen en laatsten Afghaanschen oorlog, is het Britsch-Indisch
legerbestuur er dan ook toe gekomen, eene brigade van 5000 Gourka's
te scheppen. Wat nu, doet Sir Jung Bahadour, de intieme vriend
van alle Engelschen?
Iedere Gourka, die uit het Engelsche leger vrij komt, wordt on
middellijk ingelijfd bij het Nepaulsche leger.
Dat leger is nu ongeveer 100000 man sterk en heeft de repu
tatie, goed geoefend en gedisciplineerd te zijn door officieren en on
derofficieren, welke te voren in Engelschen dienst zijn geweest.
Te Khatmandoe, de hoofdplaats van Nepaul, zijn wapenfabrieken
en eene kanongieterij opgericht en thans heeft Nepaul de verdere
recruteering van Gourka's binnen de grenzen van Nepaul aan
Engeland opgezegd, zoodat liet allen schijn heeft, als zoude Nepaul
nu genoeg gewezen Engelsche soldaten bezitten en voorts verlangen,
dat, zij het ook tijdelijk, het Britsch-Indisch leger niet langer van zijn
menschenmateriaal voor den oorlog profiteere, nu zijn leger op orde is.
Hebben wij, door den Gourka ter sprake te brengen, even een