1220
Nederlandsche optimisten, die in den Haag of in Amsterdam
rentenieren en als aspirant-lid van de Tweede Kamer over alle
politiek, dus ook over Indische legerpolitiek meepraten, zullen het
hierin met ons niet eens zijn; zij zullen u zelfs een aandoenlijk
tafereel schilderen, hoe slecht het van ons is, den Nederlandsch-
Indischen, Inlandschen soldaat niet volkomen te vertrouwen, na al
hetgeen deze in zoovele oorlogen naast den Europeeschen militair
medegedaan heeft. Dat moge ondankbaar schijnen, volkomen waar!
maar hun optimisme zou nog erger kunnen zijn,
Wie zich aan anderen spiegelt, spiegelt zich zacht en daarom gaan
wij, om ons toilet te bezienmaar weer naar Hindoestan, -waar
Britsche krijgsgeschiedenis en legerorganisatie valt te leeren.
Tot aan het jaar 1857, den grooten opstand in Voor-Indië, waar
bij vele Britten vermoord zijn en het leven van duizende anderen
aan een zijden draad gehangen heeft, was het Britsch-Indische leger
300000 Cipayers sterk. Slechts 40000 Europeanen waren er aan
wezig, waarvan er 10000 in het kader der Inlandsche regimenten
dienden. Tegen tien Inlandsche regimenten had men slechts één
Engelsch regiment, terwijl de Britsch-Indische artillerie nagenoeg
uitsluitend uit Inlanders bestond.
Toen men door het uitzenden van duizende soldaten en door andere,
bijkomende omstandigheden, welke thans niets ter zake afdoen, den
opstand bedwongen had, was het eerste, dat men deed, het aantal
Inlanders in het leger sterk verminderen en dat der Europeanen sterk
vermeerderen. Men wist nu, welk gevaarlijk spel er gespeeld ge
worden was.
De 300000 Inlanders werden teruggebracht op 125000 en de 40000
Europeanen stegen tot 65000. Men had de overtuiging opgedaan,
dat, om gerust de toekomst in te zién, er eigentlijk 100000 Engel-
schen in Voor-Indië noodig waren, doch dit kon nu eenmaal niet,
omdat er op den duur niet zoovelen zouden aan te werven zijn en
zulk een sterk Europeesch contingent bovendien al te veel geld zou
de kosten.
Doch in ieder geval waren de verhoudingscijfers van Inlanders en
Engelschen, die vroeger 1 waren, nu gebracht op 25 13, d. i.
dus ongeveer 2:1.