1233
de overtuiging, dat deze woorden meer betrekking hebben op het po
litieke en strategische gedeelte van den Atjeh-oorlog, terwijl de tactische
handelingen wel degelijk aan eene leerzame critiek onderworpen wor
den. Daarom zijn wij den S. dankbaar voor zijn belangrijk werk, dat
waardig is bestudeerd te worden door ieder Indisch officier. Wij hopen
dat wij deze zijne pennevrucht niet als zijn militair testament te beschou
wen hebben, maar dat ook hijgeheel belaugeloos, zal voortgaan
„aan de verbetering van het leger al zijne beschikbare krachten te
wijden." Die hoop werd verlevendigd bij het lezen der woorden in de
noot op bl. 116 en op bl. 145, waar ons het uitzicht wordt geopend
op eene beschrijving van onze offensieve operatiën in ditzelfde tijdvak.
Wij zien in de eerste plaats, dat het doel van den generaal Pel,
na het vertrek van de 2e expeditie, was, het bevestigen van de ceu-
traalstelling door een kring van posten, die door den drang der om
standigheden, zonder vooraf beraamd plan, werden aangelegd en dus
niet konden bogen op den naam van postenstelseldat met de offen
sieve operatiën, welke in December 1875 een aanvang namen, de Atjeh-
oorlog eene nieuwe phase intrad en het plan van den generaal Pel was,
den vijand terug te dringen buiten de lijn Kroëëng-Raba Kroeëng-
Raja; dat aan dit operatieplan elk denkbeeld van agressie vreemd was
(bl. 145), ofschoon toch spoedig na den dood van den generaal Pel de
agressie werd voorbereid, zooals blijkt uit de verkenningen, (beschreven
op bl. 164,) in de eerste dagen van April 1876 verricht, om de we
gen te leeren kennen, die naar de XXII Moekims leidden; waarbij
aangeteekend wordt dat die verkenningen leerden, dat het binnen
dringen der XXII Moekims met veel bezwaren gepaard zoude gaan,
terwijl men voorloopig in het door onze troepen bezette en daaraan
grenzende gebied nog genoeg te doen had.
Wij lezen ook op bl. 6 en 113 dat de generaal Pel meende, na de
verovering der XXA Moekims en het oprichten der posten Missigit
Biloel, Atoë en Missigit Pagar-Ajer, de veiligheid binnen onze linie
aan die zijde voorloopig genoegzaam gewaarborgd te hebben en door
aanhoudend patrouilleeren die te kunnen behouden. In die verwach
ting werd hij teleurgesteld en in de aauteekening op bl. 115 lezen
wij zelfs, dat de overvalling van het detachement Van Swieten tus-
schen Atoë en Missigit Pagar-Ajer eene groote wijziging in de plan-