1234 - nen van den civielen en militairen bevelhebber bracht. Het plan is dan ook eerst later in 1877 onder zijne opvolgers voltooid kun nen worden. (Inl. bl. LIII). De directe gevolgen van het geringschatten van den vijand waren, dat er van lieverlede verschillende tusschenposten moesten worden opgericht, welke dus de krijgsmacht versnipperden. Indirect was die geringschatting de oorzaak van vele rampspoeden waar de versterking der strijdkrachten geen gelijken tred hield met de uitbreiding van onze postenlinie kon het niet anders, of de krachten der troepenmacht moesten tot den hoogsten graad van ontwikkeling worden opgevoerd (Inl. bl. XIII), voor ons gelijkluidend met de zinsnede: „er werd te veel van de krachten der troepen gevergd." Van af de toppen van het gebergte bespiedde de vijand met zijn ervaren terreiublik al de bewegingen onzer troepen over dag. Kwam hem eene patrouille of escorte van een onzer posten te sterk voor, dan bleef bij rustig in zijn schuilhoek. Zag bij daarentegen de kans schoon, een detachement van geringe sterkte of een ander, op een ongunstig terrein met onvoldoende veiligheidsmaatregelen marcheerende, onverhoeds aan te vallen, dan daalde hij met snelheid naar de vlakte neder om als een tijger in hinderlaag op zijne prooi te loeren en op het geschikte oogenblik ontsteltenis en verwarring te verspreiden en daarmede zijn voordeel te doen (bl. 67). Grroote transporten met sterke detachementen werden slechts uit de verte door den vijand bestookt, maar troepenafdeelingen kleiner dan 30 man werden ge woonlijk aangevallen of in hinderlagen gelokt (bl. 113). Was he^ met die kennis van den vijand niet onverantwoordelijk, vragen wij, dat het transport, dat bestemd was om dagelijks brood te halen van Olehleh voor Lampagger, uit 3 gewapende militairen bestond (bl. 199) Immers de omstandigheid, dat sommige particulieren meermalen dien weg aflegden op ongezette tijden, kan toch niet tot verontschuldiging- dienen voor de zwakte der dekking, welke dagelijks en zeker op hetzelfde uur brood ging fourageeren te Olehleh. Hoe is het te verklaren, vragen wij alweder, dat een detachement van 21 ongewapende Inlandsche militairen, bestemd om materialen van Kota Alam naar Oleh Karang te brengen, slechts gedekt werd door een gewapend detachement van 9 militairen en 2 gewapende onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 619