674 Op grond van bovenstaande overwegingen, werd bij bet 2e Depot- Bataljon van de practische oefeningen op den voorgrond gesteldhet exerceeren in de recruten- compagnie- en bataljonsschool, het in structie geven in de recrutenschool, de lc afdeeling van de tirailleur- school en het bajonetvechten en ten slotte het gebruik van het geweer als schiet- en stootwapen. Het bajonetschermen bepaalde zich tot het in de compagnie-school voorgeschrevene, terwijl evenals bij de korpsen, eenmaal in de week werd schijfgeschoten. (1) Met deze oefeningen zijn minstens de eerste 2 maanden gemoeid, gewoonlijk ook nog eenige dagen in de 3e maand, en dat zal zeker geene verwondering baren als men bedenkt, dat het instructie geven in de recrutenschool, de le afdeeling tirailleurschool en het bajonetvechten, moet geschieden in de Maleische taal en dat de onderlinge instructie van 85 scholieren moet gesurveilleerd worden door 1 luitenant- in structeur en 4 onderofficieren-instructeurs. De meeste inspanning en toewijding moeten dan nog van de instructeurs gevergd worden om de scholieren voldoende voorbereid aan het examen te doen deelnemen. Daar het examen tegen de helft van de 3e maand begint, blijven voor de eigenlijke tirailleer- en velddienstoefeningen, behalve en kele dagen vóór het examen, nog een 10- tal dagen na het examen over. Gedurende laatstgenoemde dagen wordt dan dagelijks uitge rukt en komt de troep vrij laat in den voormiddag 't huis. Die tijd aan het tirailleeren en den velddienst besteed, is, na de voorafgegane theoretische behandeling, even voldoende om de scholieren bekend te maken met de verschillende bewegingen in verspreide orde en met de wijze, waarop een troep zich gedurende den marsch en in staat van rust beveiligtmaar meer ook niet. Na hetgeen thans is uiteengezet omtrent de theoretische en prac tische opleiding op de kaderschool, moet erkend worden dat het ka- (1) Er is wel eens gezegd, dat het kader moet behooren tot de beste schutters van de compagnie, en dat daarom bij de kaderscliolen veel werk van het schijfschieten moet gemaakt worden. M. i. zouden tijd en moeite niet beloond worden; oefening leert veel, maar om goed te schieten zijn ook noodig een vaste hand, een goed oog en andere zaken die den man eigen moeten zijn. Men moet dus de goede schutters zoe ken in eiken graad en niet het kader daartoe willen opleiden. Wel moet het kader volkomen op de hoogte zijn van de grondbeginselen van het schijfschieten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 61