1242 De Maatschappij wordt tijdelijk geschorst van het oogenblik af, dat de oorlog tusschen ons land en eene der andere mogendheden verklaard is tot aan den vrede. Waarschijnlijk aangespoord door de goede resultaten van de vereeniging der cavalerie-officierenvormde zich in April 1875 eene dergelijke vereeniging voor de bereden officieren der infan terie, die ook volkomen slaagde. Volgens mededeeling van den directeur, den kapitein-adjudant Egt er, zijn nagenoeg alle bere den officieren der infanterie of daarvan afkomstig tot het lidmaat schap toegetreden. Sedert de oprichting werd uitgekeerd eene som van f 6700 voor 14 paarden. Het reglement komt in vele opzichten overeen met dat der cavalerie- vereeniging. De hoofdinhoud is de volgende Het doel der vereeniging is, den bereden officieren der infanterie de gelegenheid te geven elkander onderling, bij verlies van een dienst paard, een som gelds te waarborgen tot tegemoetkoming in den aankoop van een nieuw paard. Door verlies van een paard wordt verstaan 1°. Wanneer een paard sterft. 2°. Wanneer een paard ten gevolge van eene besmettelijke ziekte of beenbreuk moet worden afgemaakt. In beide gevallen moet zulks door den lastgever, met vermelding der redenen, worden geconstateerd. Wanneer, bij afmaking van een paard, van rijkswege schadeloos stelling wordt uitbetaald, suppleeren de leden der vereeniging slechts het ontbrekende aan de som, waarvoor het paard geassureerd was. De officieren kunnen zich slechts verzekeren voor het verlies hun ner werkelijke dienstpaarden, dat zijn die paarden, welke zij met goedvinden hunner chefs doorgaande in dienst berijden. Niemand kan meer dienstpaarden verzekeren, dan hem ambtshalve zijn toegekend. "Voor paarden, die men „a deux mains" gebruikt, wordt bij over lijden geen schadeloosstelling uitgekeerd. Ieder officier, die zijn dienstpaard door den dood verliest, geeft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 627