1249 physieke krachten, maar ontwikkelt ook de hoedanigheden van de ziel, zooals geduld, volharding en onverschrokkenheid. De jacht met drijf- en windhonden is vooral voor den cavalerist van groot nut. Het gezicht van het opgejaagde wild, de daarachter volgende hon den, het voorwaarts vliegen der deelnemers aan de jacht, is zeerge schikt om den in het rijden niet geheel zekeren jager op een oogen- blik alles te doen vergeten, de hindernissen niet te achten en met zijn paard een onafscheidbaar geheel te vormen. Dit zal noch gemakkelijker worden, omdat de paarden met bewust zijn aan den strijd deelnemenvan zelve het wild najagen, niet ach ter hunne sterkere of meer gelukkige kameraden willen achterblij ven en derhalve hunne uiterste krachten inspannen. Komen dan na de jacht die ruiters hindernissen tegen, waarover zij gevlogen zijn zonder zelfs er over te denken, dat zij zich daar bij den hals konden breken, dan zullen velen van hen zich verwon deren over hunne koenheid en over de krachten en volharding hun ner paardenbij kalm bloed zou zeker menigeen zulke hindernis sen niet overwonnen hebben. Oefent aldus de jacht, reeds in het algemeen genomen, eenen gun- stigen invloed uit op de ontwikkeling van lichaam en geest en is de beoefening daarom vooral van waarde, meer in het bijzonder is dit het geval in een land, dat met het oog op de lichamelijke oplei ding zijner zonen ver ten achter is bij alle andere landen. Geven wij het woord daarover aan eenen Russisch cavalerist „In onze scholen," zegt hij, „wordt tot heden aan de lichamelijke „ontwikkeling der jeugd geen aandacht geschonken. „De jongelieden, die zich, voorzien van het attest (dat zij geschikt „zijn voor den militairen dienst), als vrijwilliger aanmelden, doen ons „verbaasd staan, hoe weinig lichamelijk zij ontwikkeld zijn. „Een groot aantal van hen heeft niet alleen nooit op een paard „gezeten, nooit een geweer in de hand gehad, nooit gymnastiek ge fleerd, maar kent zelfs de eenvoudigste, bij kinderen zoo geliefde „spelen niet, die hunne kracht en vrijheid ontwikkelen. „Natuurlijk zijn deze individuën voor den vermoeienden krijgsdienst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 634