1263
na het in druk verschijnen van het eerste rapport door den mijn
ingenieur De Greve had ik daarvan eene studie gemaakt. In 1878
werd mij in Nederland door concessie-aanvragers het bestuur eener
toekomstige exploitatie-maatschappij aangeboden.
In 1880 maakte ik van de nog steeds uitblijvende ontginning der
Sumatra- kolenvelden een onderwerp van behandeling op het 33®te
Nederlandsche Landhuishoudkundig congres te Maastricht en in Maart
1884 schreef ik, naar aanleiding van het gerucht eener voordracht van
Cluysenaer in het Indisch-Genootschap in Den Haag, een artikel in
het Algemeen Dagblad van Ned.-Indië onder den titel „Steenkool in
Indië," waarbij ik opnieuw er op aandrong, om liever tot handelen
over te gaan, dan nog langer te praten en te schrijven, zooals men
nu reeds sedert dertien jaren gedaan had.
Geen wonder dus, dat het Gids-artikel van den Heer K. dadelijk
mijne aandacht trok. De lezing liet mij echter zeer onvoldaan en
gaf mij aanleiding tot eene critiek, die opgenomen werd in de nummers
van 8, 9 en 10 December 1884 van het Algemeen Dagblad van
Ned.-Indië. Ik onderteekende die artikelen met den schrijfnaam
(nom de plume) Eugenio Colonna, die de omzetting is van mijnen
eigen naam in eene vreemde taal en dien ik reeds sedert een twaalftal
jaren in de pers bij de behandeling van militaire, militair-technische
en soms ook van staathuishoudkundige onderwerpen had gebruikt.
Voor een groot deel van het lezend publiek is het dan ook sedert
lang geen geheim meer, wie de eigenaar van dien schrijfnaam is.
Van mijne bovengenoemde dagbladartikelen zond ik in brochure
vorm afdrukken aan hen, die ik dacht, dat in de zaak belang zouden
stellen en natuurlijk ook, zooals de schrijvers-courtoisie dit meebrengt,
aan de Gids-redactie en aan den Heer K.
Deze was dus reeds in Februari 1884 bekend met hetgeen S. in
Mei van mijn oordeel overnam. De pers in Nederland besprak mijne
artikelen en zeer duidelijk werd daarbij de schrijver aangewezen, en
zelfs naar ik meen, met den naam zijner geboorteacte genoemd. Trou
wens reeds in mijn in Maart 1884 geschreven artikel „Steenkool in
Indië" had ik bekend gemaakt, dat èn Colonna èn de nijverheidsman,
die in 1880 op het congres te Maastricht het Ombiliën-vraagstuk
aan de orde stelde, dezelfde personen waren.