1278 studie vinde niet meer plaats, omdat ia de practijk en bij exercitiën genoegzaam blijkt, welke officieren daarvan niet op de hoogte zijn. Natuurkunde nog te willen gaan onderwijzen aan officieren, die vaak meer dan tweemaal zoo oud zijn als de „dezelfde lessen" genietende jongens van de Hoogere Burgerscholen, moet niet meer plaats vinden, ten minste niet op de gedwongen manier als thans nog bij enkele bataljons te aanschouwen is. Gevoelt zich een officier wat zwak in dat vak en betreurt hij die zwakheid, dan moet hij maar door eigen studie te huis het ontbrekende aanleeren. Ziedaar meegedeeld, hoe ik er over denk. Vergun mij dezen brief te besluiten met eene korte rondwandeling in de VIIe Afdeeling van de dezer dagen verschenen „nieuwe" koloniale be grooting, die alweder met een tekortje eindigt, ditmaal niet grooter dan 4447100. Tot mijn leedwezen kan ik den Minister van Koloniën niet aan dat te kort helpen, maar toch wil ik getuigenis afleggen van mijn ernstigen wil, om met Zijne Excellentie mee te bezuinigen. Laten we eens zien, of er niet best een paar tonnen gouds van de uitgaven te schrappen zijn, zonder den algemeenen gang van zaken te verstoren- Ik zal met de „kleintjes" beginnen. Voor premiën voor den overvoer van Nederland naar Indië van 2000 hoofden (van militairen, voeg ik er bij) staan uitgetrokken 16000. Een gezagvoerder en een scheepsdoctor krijgen namelijk respectie velijk 5 en 3 voor iederen militair, dien zij heelhuids over den oceaan, goed en wel te Batavia aan wal brengen. Eene stille voorwaarde daaraan verbonden is echter, dat de gezagvoerder den soldaat gedurende diens overtocht behoorlijk op Rijks rekening voedt en laaft, niet slaat, knijpt of schopt en dat de doctor den landsverdediger eveneens niet kwalijk bejegent, noodeloos doet purgeeren of met wat belladonna om het leven brengt. Wanneer ik nu bedenk, dat de Regeering voor het dooden van een „koningstijger" 30 gulden, voor een „matjan toetoel" 10 en voor een grooten „kaaiman" 3 uitlooft, dan vind ik voor het „levend overbrengen" van een soldaat van Ymuiden naar Tandjong Priok de premie van 8 in ieder geval te groot. Weg dus met die 16000. Het Koloniaal werfdepot Dat werfdepot bestaat uit 3 compagnieën en kost jaarlijks ƒ70000. Rekende men voorheen op eene gemiddelde sterkte te Harderwijk van 500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 663