697 van den opbouw van oen versterkt wachthuis te Missigit Longbatta Het door U bedoelde bericht komt voor in de Locomotief van 21 Augustus 1880. Het betreft niet Missigit Longbatta, maar zooals de schrijver, die eerst zeidePagger Ajer Missigit, nog al nauwgezet, in de Locomotief van 13 September verbeterde: Pagar Ajer secter wijl Longbatta Missigit was geslecht. Na gesproken te hebben van de verwacht wordende terugkomst van den Militairen en Civielen Gouverneur zegt de correspondent: „De onderstelling dat hij troe- „pen mee terug zal brengen, is dunkt mij wel eenigszins gegrond „zooveel althans staat vast, dat het 3e bataillon 260 man boven „zijn formatie sterk is, dat is ongeveer de helft, en dit zal wel met „eenige vijandelijke bedoeling zijn. Yan dien aard is er anders geen „nieuws op Atjehdiefstal op Tjadehvan twee melkkoeien op „Anak Galoeng, v^n een zestal slachtrunderen, heeft in de laatste „dagen plaats gehad; de laatsten van onder de pallissadeering der „benting op pistoolschot afstand van de schildwachten. De vei ligheidsmaatregelen zijn verscherpt, de patrouillediensten ver meerderd; het korps vrije geniekoelie's op kg. Gedah, dat opgeheven „zou worden, blijft voorloopig bestaan; het bivak Toengkoeb is vrij „wel in een bénting herschapende post Pagger Ajer Missigit, pas „geslecht, wordt met spoed door een klein bentinkje of groot blokhuis „vervangen; de administratiën der 2C en 3e garnizoensbataillons zijn „opgehevende verschillende compagnieën er van bij andere admi nistraties der 12° en 15c comp. ingedeeld; de weg naar Toengkoeb „is klaardie naar Lambaroe wordt verbeterd. Zietdaar de laat- „ste nieuwtjes op Atjeh. „De nieuwe gang van zaken is natuurlijk weinig in het voordeel der „nieuwe Atjeh-vivres-leverantie, bij de onveiligheid der wegen die ieder „binnen eene maand voorziet, en reeds enkele voorloopers had, o. a. „voor een week of drie, vier, toen de wd. genie-officier kap". Beunk „met zijn geleide op den grooten weg naar Toengkoeb s'avonds werd „opgewacht. Gelukkig dat hij den binnenweg van Silang nam, en „daar twee gewapende Atjehers ontwapende en medenam, anders was „er denkelijk van hem noch zijn 12 man veel terecht gekomen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 84