700
artikel beschreven, reeds herhaaldelijk tijdens zijn verblijf in Atjeh (1)
met een paar zijner vrienden had besproken, totdat hij in Januari
1875, op het punt zijnde het oorlogsterrein te verlaten, voornamelijk
op aandrang van één hunner, er toe is overgegaan, om te trachten
den bevelhebber voor dat plan te winnen.
Groot-Atjeh te isoleeren, waardoor het mogelijk zoude worden om
binnenkort tot een stadium van rust te geraken, moest volgens dat
plan zijn het doel; het bezetten van al de Atjeh riviermondingen, zoomede
van de Kröeng Raba en de Kroeng Raja, het middel om tot dat doel
te geraken.
In ruwe trekken schetste Van Zijll de Jong dat plan op een stuk
papier en toonde den Bevelhebber aan, de wijze waarop dat zoude
kunnen uitgevoerd worden.
Geen teekeu van afkeuring maar evenmin van goedkeuring was
op Pel's gelaat te lezen. Het was daarom dat Van Zijll de Jong, in
Februari daaraanvolgende te Batavia aangekomen, de aandacht op dat
zelfde plan vestigde, eerst van den toenmaligen Chef van het wapen
der Artillerie, kolonel Ubbens, en daarna van den Commandant van
het Leger, luitenant-generaal Whitton.
Majoor Van Zijll de Jong was daarna reeds verscheidene maanden
in Nederlandin Atjeh spoedde de kwade mousson ten einde, en het
voor de troepen meest geschikte seizoen om te ageeren zou weldra
weder aanbreken.
Toenhet was in de tweede helft van October 1875 nog niets
van eenige uitvoering van het straks besproken plan vernomen heb
bende en daarom in de meening gebracht, dat in Indië daaraan niet
die aandacht was geschonken, welke het volgens zijne overtuiging
verdiende, is Van Zijll de Jong er toe overgegaan, om dat plan in
algemeenen zin te bespreken in het Haagsche „Vaderland.
Nu bleek wel eerst later dat generaal Pel, bij schrijven dd°. 30
April 1875, een plan had ontwikkeld in den geest van het straks
vermelde van den majoor Van Zijll de Jong, maar dit üeemt niet weg,
zooals uit het bovenstaande blijkt, dat het Van Zijll de Jong is geweest
die het plan, ofschoon pas in October door hem publiek gemaakt,
(1) Januari 1874 Januari 1875.