711 „levens zoude moeten behouden worden. (1) Men meende, dat zij „die waarschuwden, ongelijk hadden en verminderde de troepenmacht, „in den wind slaande, wat was voorspeld. Naarmate dit geschiedt en „de eerst aantastende vijand eenig succes behaalt, vat hij nieuwen „moed. Duur betalen wij onze uitbreiding". En niet gelogenstraft is, 'tgeen ik in genoemd blad zeide, in December 1882, n. 1.„Mijne „overtuiging is, dat men de 4000 man, die in 1879 meer in Atjeh „waren dan thans, zoo spoedig doenlijk moet terugzenden, en daardoor „verzet onmogelijk makenkan men dat niet, dan terugtrekken in „eene beperkte stelling, zooals de generaal Van Swieten op bladz. 262 „van zijn geschrift tegen den generaal Verspijck, na gewezen te hebben „op de fausse route, die men, het doel pacificatie voorbijstrevende, „heeft gemaakt, door haat en afschuw te verwekken, voorspelde, dat „zoude moeten gebeuren, wanneer de onderwerping niet spoedig kwam. „Het een of het ander. Men mag onze brave en dappere soldaten „niet langer doen vallen onder de slagen en martelingen van een „niets meer ontzienden, tot in hart en nieren verbitterden vijand, om „hen op die wijze zoenoffers te doen worden voor de fouten, sedert „1874 begaan. (1) „Die wind zaait, zal storm oogsten". Dat wordt te veel vergetenook bij het beoordeelen van de wijze waarop de Atjehers zich verzetten. Lees het uit de „Nou velle Revue" overgenomen opstel: Ierland's eeuwenlange worstelstrijd" in de „Weten schappelijke bladen" van Maart 1885. Onder meer trokken daarin de volgende zin sneden mijne aandacht: „Want uit afschuw van de overweldigers klemde Ierland „zich vaster dan ooit aan het katholicisme, met al den gloed eener tot wanhoop ge dreven vaderlandsliefde. Toen ontstond die verbitterde, die vreeselijke strijd. Re denen van godsdienstigen en staatkundigen aard zijn ten nauwste verbonden". 't Is volkomen waar. De Godsdienst is een krachtig hulpmiddel om ontevredenen tegen den vijand van een ander geloof naar de wapenen te doen grijpen, en tot het uiterste te doen strijden. Maar een volk, dat geene andere reden heeft om naar het zwaard te grijpen, gaat daartoe, alleen uit fanatisme, niet dikwijls over. Wij Neder landers hebben tranen gestort toen Karei Y het land verliet. En toch vervolgde hij de Protestanten niet minder wreed dan Philips II. Tien jaren vóór zijn troonsafstand, waren alleen in Holland en Friesland reeds 30000 slachtoffers gevallen. Maar hij vrijwaarde de Nederlanders voor het verlies hunner rechten. Het in het land roepen van den vreemdeling, het voortrekken van vreemdelingen, de vrees voor hun geldelijke belangenhet noemen van het kind, de inquisitie, bij zijn waren naamwaren de oorzaken, die de Nederlanders, welke Karei aanbaden, hebben genoopt om Philips te bestrijden. En godsdiensthaat maakte de worsteling al wreeder en wreeder.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 98