HANDBOEK DER PIONIERKUNST voor
het Nederlandsche leger, door C. J. Snij
ders, le Luitenant-Ingenieur. Afdeelingen
VI X. Schiedam. H. A. M. Roelants 1881/84.
De Lezers van het Indisch Militair Tijdschrift vinden in den jaargang
1881, eene aankondiging van het door den luit.-ingenieur C. J. Snijders
geschreven handboek der Pionierkunst Afl. 1 4.
Sedert verschenen van dit werk bij den uitgever Roelants, de afleveringen
6 10, achtereenvolgens behandelende: Legering, Communicatiën, Veld
bruggen en Yeldmineurkunst.
Was de beoordeeling van de eerste afleveringen, wat deugdelijkheid,
wijze van behandeling en uitgave betreft, zeer gunstig, ook de voor ons
liggende vervolgdeeltjes verdienen diezelfde qualificatie.
Zeer juist werd door den Schrijver ingezien, dat men, onderwerpen
van pionierkunst behandelende, niet karig mag zijn met toelichtende
schetsen. Zijn deze volledig en duidelijk en ontbreken daarin geen hoofd
afmetingen, dan zal ieder aan wien pionierarbeid wordt opgedragen, aan
eene raadpleging van die schetsen in den regel voldoende hebben, al
moge ook de tekst, vooral bij bestudeering van het onderwerp, eene
voorname plaats innemen. Het feit echter, dat het werk, compleet zijnde,
nog al omvangrijk en daardoor vrij kostbaar zal wezen (wij berekenden
globaal de prijs bij inteekening op ongeveer 15) had er o. i. den heer
Snijders toe moeten leiden, den tekst zooveel mogelijk te bekorten, zonder
dat dit aan de duidelijkheid had behoeven te schaden.
Zoo hadden b. v. alle details, die men uit de teekeningen kan lezen,
niet weder in den tekst behoeven te worden opgenomen. Zoo gelooven
wij, dat ook de beschouwingen over de bepaling van zwaarte afmetingen
van brugliggers, in dit Handboek wel gemist kunnen worden, omdat bij
pionierarbeid in oorlogstijd spoedige daarstelling en practisch gebruik
van de dikwijls zeer beperkte hoeveelheid bouwmateriaal de eenige