821
de jeugdige maatschappij tot denzelfden bloei op te voeren, waarin
dergelijke vereenigingen in andere landen zich mogen verheugen.
Red.
CIRCULAIRE.
Bij circulaire van 30 Juni a. p. heeft het voorloopig comité tot
uitvoering van het plan, om, iu navolging van de te 's Hage gevestig
de coöperatieve afdeeling der vereeniging Eigen Hulp", ook hier te
lande eene soortgelijke vereeniging in het leven te roepen, zich ge
wend tot de actief dienende en gepensionneerde Officieren, militaire
ambtenaren, en adjudanten-onderofficier van het Leger, onder aanbie
ding van eene inteekenlijst, ten einde te beproeven, in hoe ver meer
algemeen op deelneming aan een bij een te brengen kapitaal zou
kunnen worden gerekend.
Toen het comité genoemde circulaire met hare bijlagen ontwierp,
verkeerde het echter met zoovele anderen in de meening, dat coöpe
ratieve vereenigingen als zedelijke lichamen werden aangemerkt, gelijk
dit aanvankelijk ook in Nederland het geval is geweest. Zooals ech
ter nader is gebleken, heeft in 1876 de toenmalige Minister van Jus
titie bezwaar gemaakt, om de goedkeuring van de statuten eener coö
peratieve vereeniging aan den Koning voor te dragen, omdat, volgens
's Ministers meening, de wet op het recht van vergaderingen en ver
eenigingen niet toepasselijk is op deze soort van associatie, en zij
ook geen zedelijk lichaam is in den zin der wet, maar eigenlijk een
nieuwe vorm van vennootschap, welke echter weder niet onder de
naamlooze vennootschappen gerangschikt kon worden, ofschoon zij
daarmede wel veel overeenkomst hadden.
Deze soort van vereenigingen konden daarom eerst dan levensvat
baarheid erlangen, wanneer zij bij de wet zouden zijn geregeld.
Er ontbraken alzoo voor deze soort van associatie onmisbare wets
bepalingen, hoofdzakelijk met betrekking tot
a. het leveren van het wettig bewijs van het lidmaatschap, in
verband met het recht tot het afwisselend toe- en uittreden van leden
(eene bijzondere eigenschap van coöperatieve vereenigingen);