STUDIËN OVER HET BRITSCH-INDISCHE LEGER.
b. De staten en diensten.
Samenstelling.
I. De staf van den Onderkoning van Britsch-Indië.
1 militaire secretariskapitein
4 adjudanten (1 majoor en 3 luitenants).
2 toegevoegde adjudanten (2 luitenants).
2 Inlandsche adjudanten (2 subadars-majoor).
1 geneesheer (1 chirurgijn).
8 adjudanten in buitengewonen dienst (7 kolonels en 1 luitenant
kolonel).
8 geneesheeren in buitengewonen dienst (kolonels, luitenant-kolo
nels majoors).
8 toegevoegde geneesheeren in buitengewonen dienst (1 Europe
aan, 7 Inlanders).
II. De staf van den Luitenant-Generaal, Lid van den
Raad van Indië (ex officioen Chef van het
Departement van Oorlog en Marine. (1)
De chef van het Departement heeft den rang van Luitenant-Ge
neraal. De Onderkoning is geen Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht.
Departement van Oorlog en Marine,
a. Kabinet van den Chef van het Departement.
1 secretaris (kolonel-ingenieur).
(1) Opmerking verdient het, dat de Chef van het Departement van Oorlog, zooals
later blijken zal, niet tevens is de Opperbevelhebber van het leger.