EENE DETACHEERING RIJ DE NORMAAL SCHIET SCHOOL IN NEDERLAND. Met figuren.) In de maand September des vorigen jaars werden van de ver schillende infanteriekorpsen in Nederland een tiental kapiteins der infauterie, bij de Normaal Schietschool te 's Gravenhage gedetacheerd, ten einde op het strand te Scheveningen praktisch te leeren beoefenen het infanterievuur op groote afstanden. Ik had het voordeel mij onder dat tiental te bevinden en aan deze omstandigheid ontleen ik de vrijheid, om aangaande het infanterie vuur een en ander aan de Indische kameraden mede te deelen. Zooals bekend is, hebben het Indische en het Nederlandsche leger, beiden, hun Beaumont geweer en bestaat er, ballistisch ge sproken, tusschen de geweren van beide legers alleen verschil in de munitie en de richtmiddelen (1), en dus ook in de banen. Is daarvan het gevolg, dat niet iedere beschouwing betreffende het Nederlandsch Beaumontgeweer per se op het Indisch geweer kan worden toegepast, zeer zeker toch zullen niet weinige conclusion, in Nederland omtrent de waarde en capaciteit van het infanterievuur gemaakt, ook voor het wapen der Indische infanterie, in mindere of meerdere mate mogen gelden. (1) Bij het Nederlandsch geweer behoort een patroon, gemiddeld lang 68 m. M., zwaar 42 a 43 gram, met eene lading buskruit n°. 2 van 5 gram en een kogel, waar van de middellijn 11, 6 m. M., de lengte 27 m. M. en het gewicht 25 gram bedraagt. De kogel heeft een bolvormig voorvlak, en de lading is slechts door een vilten schijf, zonder vetprop van den kogel gescheiden. Wat het verschil in richtmiddelen be treft, staan bij het Nederlandsch geweer op de twee vleugels van het voetstuk van het vizier, verdeelstrepen van 150 tot en met 1800 M., met 50 M. achtereenvolgens opklimmende tot en met 700 M, terwijl daarna de vizierhoogten met 100 M. verschil naar boven gaan) en is nu onlangs een standvizier van 250 M. ingevoerd, door het aanbrengen van een klep, voorzien van schuif met lip en klemschroef.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 289