10fi6 snelheid respectievelijk van 250, 350 en 500 M. in de minuut. Nadat deze afdeeling 100 M in ren heeft afgelegd, heeft de schok plaats. De twee de afdeeling was toen juist 10 sec. in ren, met eene snelheid van 450 M. in de minuut, welke ren was voorafgegaan door een galop gedurende twee minuten, met eene snelheid van 300 M. in de minuut. Maak door eene graphische voorstelling duidelijk, hoe lang en met welke snelheid de 2'' afdeeling gedraafd heeft. (A uur) 3. De krijgsmacht van de 2e expeditie naar Atjeh veroverde van 1 Dec. 1873 tot ultimo April 1874 een gebied, dat eene uitgestrektheid besloeg van 2 Q palen. Van 1 Januari 1 Juni 1875 werd het vergroot met 12 palen; van 1 Januari 1 October 1876 met 24 palen (tus- schen 1 Maart en 1 September 1876 had echter geene gebiedsuitbrei ding plaats); van 15 ultimo Juli 1878 met 6 palen; van 15 Maart tot 1 Augustus 1879 met J4 palen en met 1 Maart 1881 werd ge heel Atjeh tot Gouvernements-gebied verklaard. Maak door eene gra phische voorstelling deze gebiedsuitbreiding duidelijk. (i uur) 4. Geef door eene graphische voorstelling de betrekking van afhanke lijkheid aan tussehen de valhoogten en drachten bij het achterlaadgeweer kl. kaliber. (De drachten met daarbij behoorende valhoogten waren gegeven). uur) 5. Geef door eene graphische voorstelling de betrekking van afhanke lijkheid aan tussehen de 50 °/0 hoogte- en 50 °/0 breedte-spreiding en de drachten bij het achterlaadgeweer kl. kaliber (De drachten met overeenkom stige spreidingen waren gegeven). (A uur) De Amboineezen in het leger. In de Maart-aflevering van de Indische Gids komt een artikel voor van den oud-resident, Riedel over de Amboineesche werving, waarin de schrijver doet uitkomen, dat, wat aangenomen wordt, uit de onderste la gen van het volk komt. Wij zouden het goede gehalte van de Amboineesche militairen van te algemeene bekendheid achten, om daarover nog verder uit te weiden, ware het niet, dat na het lezen van bedoeld opstel, twijfel zou kunnen ontstaan, of dit gehalte niet vermindertwij spreken dit ten zeerste tegen, zoowel op grond van onze eigene langdurige ondervinding, als omdat dit ook de bepaalde meening is van bevoegde autoriteiten. Dat de Amboineezen te velde een bruikbaar element zijn, is voldoende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 451