1068
Wordt een Amboineesch korporaal na 10 jarigen dienst (zeker een ge-
ruimen tijd) sergeant, dan geniet hij tot aan zijn gagement één zelfde
soldijdat hij daarbij nog ambitie betoont, vinden wij bewonderenswaar
dig. In den regel zijn het echter zware straffen, die hem aan zijn plicht
herinneren.
Wij achten het daarom gewenscht, dat het kader lotsverbetering kan
ondergaan. Een deel, bijna de helft, zou, op voordracht van den compag
nies-commandant, na zekeren tijd voor soldijverhooging in aanmerking
kunnen gebracht worden.
Ook meerdere inwerking van de chefs bij de bevordering achten wij
gewenscht. (I. M. T. van dit jaar bl. 346).
De diensttijd van 25 jaar, waarna recht op gagement verkregen wordt,
is te lang. Het meerendeel is na 20 jaar ongeschikt voor den dienst te
velde, veelal zelfs voor uitrukkende diensten in het garnizoen.
Zoolang niet tot uitbreiding der formatie wordt overgegaan, zouden wij
de werving der Alfoeren gesloten willen zien. Mogen de Alfoeren een
krachtigen stam in de Molukken vormen, wat wij in het leger van dien
landaard zagen, stond niet veel hooger dan de Javaansche. Menschen
van groote stupiditeit troffen wij betrekkelijk veel onder hen aan.
Bij deze enkele punten zullen wij het laten. Den goeden geest in een
goed element van het leger te bevorderen, en waar zijne belangen niet
behoorlijk behartigd zijn, die leemten aan te vullen, hierin ligt de weg
om alle kunstmiddelen bij de werving noodeloos te maken.
Y.
Frappez, frappez toujours.
Dit opschrift zij voor den lezer tevens eene aanwijzing dat hieronder
niet iets fonkelnieuws wordt behandeld. Die dus naar nieuws zoekt,
sla dit over.
De laatste berichten uit het eeuwige Atjeh stemmen een gewoon mensch
onaangenaam, en een militair mensch minstens misanthropisch.
Brutale klewang-aanvallen op soldaten, gewapend, bijna naar den
allerlaatsten smaakEn meestal het succes aan de zijde der klewang, die
hierdoor in het oog onzer troepen een geducht en gevreesd wapen wordt,
en toch geheel ten onrechte.
Hoewel Schrijver nimmer de eer had, persoonlijk zijne -kracht of be
hendigheid te meten met Atjineezen, staat het bij hem vast, hetgeen