HET GEHALTE VAN HET KADER DER INFANTERIE AFKOMSTIG VAN DE KADERSCHOLEN. De schrijver van het artikel Over de werking der kader scholen' voorkomende in N°. 3 van het militair tijdschrift van dit jaar, is blijkbaar iemand, die zich nauwkeurig op de hoogte heeft weten te stellen van de geschiedenis dier inrichtingen en met belangstelling hare werking heeft gadegeslagen. Niet onwaarschijnlijk ligt in de plaatsing van zijn opstel juist in dat nummer van het tijdschrift de bedoeling opgesloten, invloed uit te oefenen op de rapporten, die dezer dagen omtrent de kaderscholen moeten ingediend worden. De schrjjver Q. deed daarmee een goed werk en het is ook niet te betwijfelen, of diegenen, die het Leger bestuur moeten voorlichten, zullen in veel van het door Q. geschrevene hunne eigene gedachten terugvinden, of daarin denkbeelden aantreffen, die zij gaarne als de hunne zullen overnemen. Laat ons hopen dat het Legerbestuur, partij trekkende van die rapporten, de Regeering zal kunnen bewegen maatregelen te nemen, welke moeten leiden tot het wegnemen der gebreken, die de kader- scholen nog aankleven. Daar evenwel onder de voor te stellen verbeteringen niet onwaar schijnlijk zullen behoorenlc uitbreiding van het toezicht houdend personeel, 2P uitbreiding van het aantal scholieren, 3e verlenging van den leertijd en 4e het niet detacheeren van gegradueerde scholieren bij de kaderscholen, maar het bepaald daarbij plaatsen met gelijktijdig afvoeren van de korpsen, van waar zij afkomstig zijn, verbeterin gen dus, die gepaard gaan met meer geldelijke uitgaven, mogen wij met 't oog op de tijdsomstandigheden, die verbeteringen niet in de naaste toekomst verwachten. Wij zullen vooreerst wel moeten roeien met de riemen die we hebben, en het is nu zaak die te hanteeren zoo, dat we op stroom blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 53