DE MISLUKTE AANVUL OP ONZE REDOUTE TE DJAMBI OP 28 AUGUSTUS 1885. Nadat de op onzen post te Djambi den 23en Mei jl. plaats gehad hebbende amokpartij, waarbij de 2e luitenant J. P. C. Bueninck en de officier van gezondheid 2" klasse J. C. Van He ij cop ten Ham den dood vonden, het bewijs had geleverd hoe weinig de dweepzieke Djambische bevolking, zelfs in de onmiddellijke nabijheid onzer versterking, te vertrouwen was, was de gisting onder die be volking meer en meer toegenomen en hoorde men weldra geruchten van de vorming van vijandige benden en van voornemens tot een aanval op onze redoute. Hoewel reeds aanstonds na den moord de gewestelijk militaire commandant van Palembang de bezetting van Djambi, organiek 4 officieren en 120 man sterk, met een detachement van 2 officieren en 60 man had vermeerderd en bovendien Z. M. stoomschip Soem- b i n g aldaar werd gestationneerd, kon toch de toestand van het garnizoen niet bijzonder gunstig genoemd worden, met het oog op de plaatselijke gesteldheid van de versterking en het omliggende terrein. De versterking bestaat uit eene vierkante redoute met twee cir kelvormige bastions. Zij is omringd door aarden wallen van 2,5 M. hoogte en eene droge gracht, breed 2 en diep 4 M. Met uitzonde ring van het kruitmagazijn en de artilleriewerkplaats, die van hout en met pannen gedekt zijn, waren alle gebouwen in het fortje van bamboe en met atap gedekt. Chicanemiddelen waren niet aanwezig. De grens van het sultans- gebied, een dichte kampongrand, strekt zich tot op 100 pas van de ver sterking uit; de cantine ligt van dien rand slechts 15 pas verwijderd. Aan de Noord-, West- en Zuidzijde van de redoute strekken zich diepe ravijnen uit, die van de wallen van het fort uiet kunnen geobser veerd worden, De stormvrijheid liet dus zeer veel te wenschen over.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 548