668
van sectie - en escouade-commandanten en in zeker opzicht ook die
van menagemeester, kunnen bij de kaderscholen bijna uitsluitend the
oretisch ingeprent worden. Wel kunnen de scholieren beurtelings
optreden als kader van de week en als sectie - en escouade-comman-
dant (en dat gebeurt ook), maar behalve dat de eigenaardige dienst
regeling bij de kaderschool in vele opzichten van den dienst in eene
compagnie afwijkt, is de tijd, gedurende welken die scholieren in die
functiën optreden, zoo kort, dat aan eene eenigszins voldoende practi-
sche opleiding niet kan gedacht worden. Yooral het kader van de
week en de menagemeesters ondervinden in de waarneming van hun
dienst in de compagnie tal van ongeriefelijkhedeu, die voor het ver
vullen hunner plichten hinderlijk zijn, ongeriefelijkheden, die bij eene
kaderschool moeilijk zijn na te bootsen. Laat ons b. v. de gevolgen
nagaan van hetgeen te lezen is in den aanhef van Artikel 40 van
het Reglement op den Inwendigen dienst„De dienst van de week
ontheft niemand van eenigen anderen dienst.' Onophoudelijk over
geven van de week maakt dat soms iets vergeten wordt, dat er geo-
mitteerd wordt in het dienstboekje of den vlieger de noodige aantee-
keningen te houden, dat de officier van de week eene onregelmatig
heid aantreft in de corvéelijst enz. Er is eenige routine dus practijk
noodig, om soortgelijke klippen te ontzeilen.
Evenzoo de menagemeester. Hij maakte op de kaderschool tal
van menagerekeningen met de eenvoudigste en moeilijkste mutatiën,
maar hij rekende er niet op dat de sergeant-majoor hem met een
rJa straksik heb nu geen tijdvan het bureau zou wegzenden, als
hij overeenkomstig het voorgeschrevene, na afloop van het rapport,
het sterkteboekje ter invulling aanbiedt. Hij leerde met ontvangsten
en uitgaven schipperen en ziet er niet tegen op eene kloppende
rekening te maken trots alle mutatiën, maar wanneer een fuselier in
het hospitaal wordt opgenomen, als hij zijne laatste uitgave juist ge
daan heeft en zijne rekening sluiten zal met een saldo over te bren
genvan f 0,03, dan noemt hij dat, en terecht, een koopje. Als hij
van den passer t'huis komt met 95 eieren, voor ieder man één, en
dan verneemt dat 3 man uit het hospitaal zijn gekomen, dan noemt
hij dat niet minder een koopje, maar hij koopt er dan nog maar 3
bij, al moet hij daarvoor nog eens terugloopen, maar wanneer de