1179 bij het intreden van diens carrière, hier voert, zooals ook reeds uit den titel blijkt, de vader het woord tot zijnen tot officier bevorderden zoon. De vaderlijke toon, die in het werkje tot het einde toe wordt volgehouden, is met dien titel geheel in overeenstemming. Nergens vervalt die toon echter tot langdradige vermaningen of zedepreekenintegendeel een frissche, practische geest bezielt het geheele geschrift, terwijl de aangename stijl de lezing tevens tot een genoegen maakt. Onderwerpen van teederen aard worden door Brutus volstrekt niet vermedenduidelijk en zonder schroom wordt op de verleidingen, die den jongen Indischen officier wachten» gewezen en de gevolgen van een toegeven daaraan in 't licht gesteld. „Le vin, le jeu, les belles", speciaal de Inlandsche schoonen, worden ampel besproken; ook een ander teer punt, het duel, wordt niet met stilzwijgen voorbijgegaan. Talrijke, kleine, practische wenken treft men op nagenoeg elke bladzijde aan. Wij zullen ons geene aanhalingen uit de Ra adgevingen veroorlooven. Wie er meer van weten wil, schaffe zich het waarschijnlijk weinig kost bare werkje de prijs werd ons niet opgegeven zelf aan; men behoeft volstrekt geen pas aangesteld officier te zijn, om het met voordeel te lezen. Moesten wij eene aanmerking maken, het zoude zijn op den achter in het werkje voorkomenden uitrustingstaat, die ons te ruim berekend schijnt met het oog op de tegenwoordig, ook op de Indische hoofdplaatsen overvloedig en tegen niet te hooge prijzen verkrijgbare kleeding en uit rustingstukken. Wellicht was dat in Brutus' tijd nog minder het geval. Wij hopen, dat geen jong officier van het Indisch leger zijne loopbaan zal intreden, zonder zich van dezen gids te hebben voorzienhij zal er in alle opzichten een veiligen en betrouwbaren raadsman in vinden. Y. K. De geconcentreerde stelling in Groot-Atjeh. Met schetskaart, 's Gravenhage, de gebroe ders Yan Cleef, 1885. Een zich niet noemend, doch blijkbaar zeer goed ingelicht schrijver geeft in bovengenoemde brochure een beknopt overzicht van de oorzaken, die geleid hebben tot onze concentratie in Groot-Atjeh, gevolgd door eene beschrijving van de geconcentreerde stelling zelve en van den terugtocht daarin, om ten slotte eenige beschouwingen te leveren omtront de te verwachten resultaten van de nieuwe orde van zaken. De kalme toon, de klare, eenvoudige stijl steken gunstig af bij dien, waarin een deel der Atjeh-literatuur, zelfs tot nog niet lang geleden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 564