~\r
Vragen van het toelatingsexamen voor de IIe Afdeeling
krijgsschool, 1885.
Intendance-cursus.
Aardrijkskunde.
1. Welke zijn de voornaamste communicatiemiddelen tusschen Neder-
landsch-Indië eener- en Nederland, overig Europa en de omliggende
landen en koloniën anderzijds? (3/4 uur).
2. Gloef eene beschrijving van de residentiën Japara en Rembang, wat
betreft ligging, verdeeling in afdeelingen, voortbrengselen, bronnen van
bestaan, voornaamste tram-, hoofd- en waterwegen. (1 uur).
3. Geef eene beschrijving van de rivier de Kapoeas in de residentie
Westerafdeeling van Borneo, voor zooveel betreft haar oorsprong, richting,
voornaamste plaatsen, waarlangs zij stroomt, en hare voornaamste zijrivieren'
(3/4 uur).
4. Hoe is de Regeering van Ned.-Indië samengesteld en beschrijf in
algemeene trekken hare bevoegdheid en verplichtingen.
5. Hoe is de staatkundige verdeeling van de Britsche bezittingen in
Voor-fndië; welke zijn aldaar de voornaamste spoor- en waterwegen, de
belangrijkste steden en de voornaamste voortbrengselen? (11 /4 uur).
Natuurkunde.
1. Geef eene beschrijving van den thermometer met vermelding der
gebruikelijke schalen en de wijze, waarop de eene in de andere wordt
overgebracht. (*/4 uur).
2. Wat zijn perspompen en hoe werken zij? (4/2 uur).
3. Wat zijn compensatie-slingers? (3/. uur).
4. Wat weet gij van het warmte-geleidingsvermogen van vloeistoffen
(1 uur).
5. Beschrijf een eenvoudig stoomwerktuig. (1 uur).