EENIGE BESCHOUWINGEN OVER INDISCHE TACTIEK.
Wanneer men eene wandeling maakt in den bloementuin der
Indische tactiek, dan wordt men onaangenaam gestemd door het sobere
panorama, dat zich aan ons oog vertoont. Terwijl er op het gebied
der Europeesche tactiek weinig niéuws meer te leeren schijnt te vallen,
de meeste Europeesche tijdschriften ons weinig nieuwe gezichtspunten
meer geven en de militaire schrijvers kennelijk het oogenblik met
ongeduld verbeiden, dat hunne theorieën aan de practijk: getoetst
kunnen worden, ligt onze tuin nog voor een groot gedeelte braak.
Enkele oude planten, zooals het werk van den majoor La Gort Dillié
Bijdrage tot de hennis der oorlogvoering in de Nederlandsch Oost-
Indische gewestendat van den majoor Schroder: „Leiddraad voor
jonge officieren van het Oost-Indische leger te veldeen dat van den
majoor Van Rees: Handleiding tot de hennis der velddienst en rechtwij
ze van het Nederlandsch Oost-Indisch legertrekken |nog altijd onze
aandacht, maar wij hebben ze reeds zoo dikwijls bewonderd, dat ze
ons niet meer boeien. Verlaat men echter de perken, waar uitsluitend
de tactiek bloeit, en geeft men zijne oogen goed den kost, dan vindt
men hier en daar nog wel enkele geisoleerd staande bloempjes, welke
zich zedig verschuilen onder andere, zoodat er met eenige moeite
wel een bouquet te vervaardigen is, doch dit kost inspanning en, wat
meer zegt, men moet tijd en gelegenheid hebben, om zich ongestoord
aan de sorteering er van te kunnen wijden.
Wat mag de reden wél zijn, dat geen der officieren van het Indische
leger, die toch meer dan buitenlandsche collega's in de gelegenheid
zijn, kennis door ervaring op te doen, zich nog gewaagd heeft aan het
samenstellen van een werk over de Indische tactiek?
Gemakzucht, zooals een kapitein der infanterie, gedetacheerd bij
het Nederlandsche leger, beweert? Verre van ons. een dergelijk
oordeel over het Indische officierskorps te onderschrijven. Wij hebben