1)E JACHT ALS OEFENSCHOOL YOOR DEN OORLOG. Ten einde aan de lezers van ons tijdschrift eenig denkbeeld te geven, in welke richting infanterie kan geoefend worden, oordeelde ik het nuttig een artikel daaromtrent over te nemen uit de Intern. Revue iiber die gesammten Armeen und Flotten van Juli 1885. Dit artikel luidt: Die Jagd und ihre Bedeutung für die Ausbildung der Truppen. Unter spezieller Beach- tung russischer Verhaltnisse. Reeds in de Revue van Februari 1884 vond ik vermeld, dat in den Kaukasus, waar het van allerlei wild wemelt, bij het 2° Kau- kasische legerkorps proeven waren genomen met op jacht gaan, wat bij officieren en manschappen groote belangstelling had gevonden. Er was toen echter nog gebrek aan jachthonden, tot welker aan schaffing men spoedig dacht over te gaan, en die zouden gevoed wor den uit den afval der menage. In de Juli-aflevering van hetzelfde tijdschrift vond ik nu omtrent dergelijke jachtoefeningen het bovengenoemd verslag, hetwelk ik hier laat volgen. Het jagen, eene bezigheid, die ten allen tijde bij alle volken be stond, brengt reeds in het algemeen overwegende voordeelen aan den jager aan, maar is bijzonder van waarde voor den krijgsman, omdat daardoor bij hem hoedanigheden worden ontwikkeld, die in zijn be roep van groot belang zijneen vlug oriënteeringsvermogen, het begrip om zich door het terrein te dekken, scherpte van het gezicht en gewoonte om met zijn geweer om te gaan. Ook vordert de jacht het volhouden van lichamelijke inspanning, leert vermoeienis, honger en dorst verdragen en ontwikkelt den lust voor moedige ondernemingen. Deze goede hoedanigheden van jagers, zegt een Russisch blad, dat deze aangelegenheden bespreekt, zijn zonder twijfel uit een militair

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1885 | | pagina 632