89 -
Vindt zij het eene aangename taak, het onvoldoende of even vol
doende te overwegen van blokkers, „allen op A. P. gebracht, allen
„genivelleerd, gemodelleerd naar het staatsmodel, staande in de model-
„lenkamer" van Oorlog of Koloniën (1), die in tien gelijkvormige
antwoorden op eenzelfde vraag de denkbeelden van anderen herkauwen,
terwijl het onbeslist blijft of zij in staat zijn eigen gedachten behoor
lijk weer te geven?
Komen minder adspiranten, het zij zoohet gehalte vergoede het
getal. Doch ik betwijfel het. Het tegenwoordige programma schrikt
noodwendig menigen schranderen kop af. Hij kan zich niet met
een vernisje tevredenstellen en beseft dat kennis de overwinning
niet verzekert. Ik vermeen dat de krijgsschool niet gebaat kan
zijn door den officieren te verzoeken voor het examen te werken,
zooals twee jaren geleden in Nederland van hoogerhand geschiedde.
De bestemming van de krijgsschool is toch, om aan zeker getal
practisch voldoend gevormde officieren, .die lust in studie toonen
en wier oordeel genoeg ontwikkeld is, eene hoogere militaire op
voeding te geven, ten einde zoodoende in het leger een kern van
officieren te krijgen, waaruit men stafofficieren, adjudanten, leeraars
en hoogere bevelhebbers trekken kan.
De roeping moet echter aanwezig zijn. „De meeste menschen,
„die niet buitengewoon vlug werken, hebben reeds moeite genoeg
„alle bepaald noodige zaken bij te houden en daarom gelooven wij,
„dat het niet eens wenschelijk is, dat een ieder zich zeiven tot een
„geleerde tracht aan te kweeken; de studie van de hoogere wiskunde
„zal eerst dan in aanmerking mogen komen, als men haar zonder
„schade voor de militaire wetenschap beoefenen kan, want tegenover
„den vijand en deze toestand moet toch altijd bij de studie van
„officieren in het oog gehouden worden heeft de meest uitgebreide
„kennis van de integraalrekening veel minder waarde dan het goed
„plaatsen van een veldwacht", schreef de heer W. Rooseboom in
1874 (2). Voor een ieder staat meer dan één weg tot nuttig werk
zaam zijn open. Hij kieze toch niet den, welke meer van zijne krach-
(1) Vragen desTijds, Juni 1883. Dr. T. H. B. Von Hoff: Overlading op de gym-
nasiën.
(2) Militaire Spectator, blz. 401.
