DE BATALJONS- ADJUDANT.
Een enkel woord over deze aanhaling, voorkomende in het Indisch
militair tijdschrift, 1885 N° 11, blz. 1128.
Reeds meermalen werd in genoemd tijdschrift over de oefening
der infanterie geschreven, maar nimmer las ik eene stelling, die zoo
stoutweg eene der gewichtigste betrekkingen overbodig verklaarde.
Zeker is het, dat de compagniescommandant, dien ik kortweg C. C.
evenals den luitenant-adjudant L. A. zal noemen, zeker is het, dat
de C. C. schoone stellingen ontvouwt. Misschien valt er wel wat
op sommige af te dingen, maar dat aan te toonen, ligt buiten mijnen
weg. Ik zal mij hieronder bepalen tot het aangeven van eene andere
stelling en alleen uit het stuk van den C. C. aanvoeren, wat onver
mijdelijk is bij het bespreken van mijne thesis.
De betrekking van L. A. is onmisbaar en van het grootste gewicht.
Laat ik in het kort aangeven, hoe ik mij in hoofdzaak een luit.-
adjudant wensch, om vervolgens aan te toonen, waarom zijn betrek
king onmisbaar en van het grootste gewicht is.
De L. A. moet zijn een uitstekend troepenofficier, doorkneed in
de reglementen; hij is de instructeur van het kader in alle reglemen
ten, zoowel practisch als theoretisch, met uitzondering van die, waar
van het onderricht aan de C. O. is voorgeschrevenhij is belast met
de oefening van den troep in de recrutenschool en le afd. tirail-
leurschool; hij is verantwoordelijk voor de oefening der tamboers
en hoornblazershij is met de schermoefeningeu belast en hij is de
man, die de vereenigingen, zooals die voor tooneel en zang, onder
de mindere militairen steunt, ten einde den laatsten hun isolement
minder te doen gevoelen, waardoor hun gevoel van eigenwaarde
stijgt en alzoo de goede geest onder den troep bevorderd wordt.
De luitenant-adjudant is wijders in ons oefening-
stelsel overbodig, als adjudant van het bataljon.
Een compagnies-commandant.