In het kort, hij vervult eene betrekking, die niet verbazend veel
geleerdheid eischt, maar die moeilijk kan waargenomen worden door
iemand, die de geestkracht mist, om over het minder aangename,
dat zijn werkkring soms meebrengt, heen te stappen. Hij vervult
eene betrekking, die zeer veel bijbrengt tot de vorming van eeuen
Hinken troep. De L. A. is onmisbaar, omdat eenheid van handelen
in de elementaire bewegingen van den troep noodzakelijk is. Het
grooter worden van het aantal onderwijzers gaat meestal gepaard
met verschil van opinie.
Hoe zal, om slechts een enkel voorbeeld te noemen, luitenant N.
in de tirailleurschool bij het retireeren het rechts uit de flank on
derwijzen en hoe zal dit door luitenant M. gedaan worden. Men
zal zeggen, ja, het reglement schrijft alles voor en ieder officier moet
maar op de hoogte zijn; dat is waar, maar toch zijn enkele bewe
gingen voor verschillende uitlegging vatbaar.
Om dus zooveel mogelijk eenheid van handelen te verkrijgen, is
één onderwijzer onmisbaar.
Eindelijk, hoeveel jonge, geleerde luitenants hebben nooit recruten
of jonge soldaten geïnstrueerd, en, ik geloof, wanneer men menig
L. A. vraagt, of ieder zich maar als instructeur kan opwerpen, men
een bepaald, negatief antwoord ontvangen zal. Goede instructeurs
vindt men weinig. De betrekking van L. A. is van het grootste
gewicht, omdat hij de officieren in de gelegenheid stelt, wanneer zij
met den troep uitrukken, zich in hoofdzaak te kunnen bezighouden
met het doel, dat men beoogt, zoodat zij b. v. bij den velddienst
geen tijd behoeven te verliezen met het eenige malen aan rotten doen
zetten der geweren, maar dadelijk kunnen beginnen, mot den troep
in de werkelijkheid te verplaatsen, b. v. door hunne manschappen op
merkzaam te maken met de listen en lagen der tegenpartij, op den
toestand van het terrein, enz.
Verder is de betrekking van L. A. van het grootste gewicht, om
dat, door zijne bemoeienis met den troep, de officieren zich meer op
eigen studie kunnen toeleggen, zoodat zij zich ook eens een dag
kunnen bezighouden met al die oefeningen, waarvoor bij het oefe
ningstelsel van den C. C. alle tijd ontbreekt. Eindelijk, wanneer
men de werkelijkheid beschouwt, gebeurt het toch zeer zelden, dat