105
uit die dagen kan beschouwd worden, en die ons merkwaardig genoeg
voorkomt, om hem over te nemen.
Deze artikel-brief is waarschijnlijk vrij gevolgd naar den Nederlandschen
A r t i c u 1 a r-B r i e f voor de Militie der Yereenighde Ne
derlanden, ofte ordonnantie op dc Discipline Militaire,"
van het jaar 1590, waarvan gesproken wordt op blz. 1 van den jaarg.
1883 van dit tijdschrift en die voor Indische toestanden is pasklaar
gemaakt.
De 34 artikelen van Coen's Artikel-brief laten wij hieronder
volgen
Art. 1. Eerstelyck, de geene, die den name des Heeren, tsy met
vloecken, sweeren ofte lasteren, ydelyck misbruyckt ofte blasphemeert,
sal boven de arbitrale correctie naer gelegentheijt van uytgespogene las
teringen ende blasphemien gemorioneert werden. (1)
Art. 2. In gelycke poene sullen mede vervallen de geenen, die hun
sullen vervorderen de dienaers des goddelycken woorts te berispen, be-
schcmpen, turberen ofte in eeniger manieren in de bedieninge van haer
ampt ofte beroepinge te beletten.
Art. 3. Alle moetwillige dootslagen, vrouwencrachten, brantstichtingen,
dieveryen, straetschenderyen, gewelt, force, valsheyt ende andere gelycke
boose daden ende openbare delicten ofte onnatuurlycke misbruycken
sullen metter doot gestraft werden.
Art. 4. Niemant en sal eenige weduwen, gehouden ofte ongehouden,
bevruchte ofte craemvrouwen, eenige overlast doen, tsy met slaen, stooten,
dreygen ofte oneerlycke aentastinge, op poene van aen den lyve naer
gelegentheyt van de saecke gestraft te werden.
Art. 5. Soo wie eenige kennisse ofte wetenschap sal hebben van eenich
voorgenomen verraet, conspiratie ófte iet sulcx, waerdoor den gemeenen
staet van Indien in eenige schade ofte pericul soude mogen comen, ende
in gebreke blyft 't selve datelyck synen Cap", ofte opperhoofft te ontdecken
ende openbaren, sal mette coorde geexecuteert werden.
Art. 6. Gelycke straffe sullen mede onderworpen syn, die geene, die
eenige muyterie verwecken ofte met onbehoorlycke ende seditieuse ver
gaderingen haer guarnisoen beroeren, mitsgaders die haer onder sulcke
(1) De strat van „morioneerenbestond in het geven van slagen met de helle-
baardschacht of met de musketkolf op het achterdeel.