115 onder den ritmeester C. J. Armstrong, en door een detachement infanterie. Door maanlicht begunstigd, marcheerde zij door Sallo en, juist met het aanbreken van den dag, stuitte de voorwacht op de vijandelijke linie en werd daar terstond met een hevig geweervuur ontvangen, dat haar deed terugdeinzen. De 4e compagnie van het 3e bataljon onder den kapitein De Vos van Steenbergen werd on middellijk ter ondersteuning gezonden, doch zoodanig ontvangen, dat de luitenant-kolonel Elout verplicht was, de geheele troepenmacht, met uitzondering van de reserve, in het vuur te brengen, zoodat het gevecht weldra algemeen werd. Niettegenstaande de dapperheid der troepen, mocht het niet ge lukken, ons door 's vijands verschansingen een doortocht te banen, en bekwamen wij al spoedig eenige gesneuvelden en gewonden. Tegen 11 uur v. m. werd het bevel gegeven tot den terugtocht, waarbij de troepen voorloopig op een kwart uur afstand van de vijandelijke linie stelling namen, in afwachting van den gids, die hun den volgenden morgen een zwak punt iu de vijandelijke linie zoude aanwijzen. Bij deze gelegenheid werd Baudoin, wegens zijn moedig gedrag voor den vijand, tot onderofficier bevorderd. Ons verlies bestond dien dag uit twee Europeanen en twee Inlanders aan gesneuvelden, terwijl wij negen Europeanen en elf Inlanders zwaar gewond kregen, waarvan reeds den volgenden dag verscheidenen bezweken. Ook de aanval op dien dag uit Tjilatang op de vijandelijke linie van Kamang, door de 1° colonne onder den majoor L. C. Du Bus, mislukte ten eenenmale; door den moed des vijands werd de colonne tot twee malen toe teruggeslagen, waarbij de majoor, benevens dertien Europeanen en Inlanders sneuvelden. Onder het getal gewon den, dat drie en veertig Europeanen en Inlanders bedroeg, bevond zich ook de kapitein P. Heger. De colonne trok toen in goede orde op Koriri terug. Den volgenden dag (den ÏO") werd Kamang met al zijne ver schansingen door den majoor C. J. De Quay met de 3e colonne, die den 8en te voren van Fort van den Bosch (50 kota's) over Siliki en Boekit-kamang langs eenen uiterst moeielijkeu weg door wildernis en gebergte op marsch was gegaan, in den rug aangeval len en vermeesterd. Wij bekwamen daarbij zeven gekwetsten en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 126