116 de onzen trokken, na een dag te voren een geducht échec te hebben geleden, de kampong binnen, waarop de bevolking op de vlucht sloeg. Na de vermeestering van Kamang werden de troepen in en om de groote moskee van die plaats gelegerd en keerde de majoor De Quay met zijne colonne naar de 50 kota's terug, om aldaar de rust te verzekeren. Twee dagen daarna werden de in Kamang aanwezige troepen op de volgende wijze verdeeld Eene colonne onder den kapitein H. A. De Yos van Steenbergen en samengesteld uit de 4e en 6e compagnie van het le bataljon en de 4° compagnie van het 3e bataljon, benevens een anderhalf ponder op bergaffuit en een handmortier met eenige artilleristen, te Soengei- toewah in Tjilatang, alwaar een kampement was opgericht. Eene colonne onder den kapitein J. C. Louwaars, samengesteld uit de 5e compagnie van het 1° bataljon en de 6° compagnie van het 2C ba taljon met een drieponder op bergaffuit en de benoodigde bedienings manschappen te Magat. Een colonne onder den kapitein M. Gantz, samengesteld uit de 3e compagnie van het 2e bataljon en de 6° compagnie van het 7e ba taljon, in het kampement van Fort de Koek. Na de komst van Z. E. den commissaris-generaal J. Yan den Bosch ter Westkust van Sumatra op den 23enAugustus 1833 wer den de krijgsoperatiën tegen Bondjol en de aangrenzende, vijandelijke districten aangevangen en nam Baudoin den 28en, 29en en 30eu Septem ber en den lcn en 2CU October van dat jaar daaraan deel met de 4° compag nie van het 3e bataljon, eerst bij de colonne van den kapitein De Yos van Steenbergen en later bij die van den majoor De Quay, waarbij eveneens de opperlandvoogd zich ophield. Den 29en September werd de vijandelijke verschansing van Ma- toewa tot tweemaal toe bestormd, maar telkenmale werd die be storming afgeslagen en kregen wij eenige gesneuvelden en gewonden. Den 30ou September werd door den majoor De Quay eene aan- valscolonne geformeerd, bestaande uit twee compagnieën Europeanen, een compagnie Boegineezen en een compagnie Inlanders, waarmede de vijandelijke versterking opnieuw aangegrepen werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 127