- 117 Alhoewel deze aanval met de meeste onverschrokkenheid en met den meesten moed plaats had, werden de troepen toch door de hard nekkige verdediging van den vijand teruggeslagen, en kregen wij verscheidene gesneuvelden en gekwetsten. Onder de laatsten bevon den zich ook de 2e luitenants R. H. W. Van der Riet en E. Raaff, die beiden door kogels getroffen werden. Vermits er geene mogelijkheid bestond, om de vijandelijke stelling, zoolang deze zoo goed bezet was, door een gewelddadigen aanval te ver meesteren, werd besloten den terugtocht aan te nemen, nadat van te voren de luitenant der artillerie Stuten het geschut van over het ravijn naar de zijde van Pantar had overgebracht. Deze terugtocht werd in den nacht van 1 op 2 October, door het maanlicht begunstigd en door den majoor De Quay geleid, m stilte uitgevoerd. Nauwelijks hadden de Padries het terugtrekken bemerkt, of onze troepen werden onder een woest geschreeuw met het blanke wapen door lien achtervolgd, waarbij de achterhoede gedurig met den vijand handgemeen geraakte, tot aan onze vorige stelling, kampong Pantar, alwaar onze troepen stand hielden, en den vijand met de bajonet en met zulk een geducht geweervuur ontvingen, dat hij genoodzaakt was met groot verlies af te trekken. Eenige dagen daarna werd Baudoin overgeplaatst bij de 10° colonne te Kajoe-tanam (Padangsche bovenlanden) onder het com mando van den kapitein C. N. J. Von Ochssée. In April 1834 werd hij bevorderd tot sergeant-majoor bij de 5° co lonne te Lintau (Padangsche bovenlanden) onder den kapitein C. B. J. De Sturler. De onderofficiersloopbaan van Baudoin zou nu weldra een einde nemen. In 1834 kwam er namelijk eene aanschrijving van het Militair Departement, welke bepaalde dat alle kadets van het Ned.-Indisch leger de lessen der Artillerie-school te Weltevreden moesten bijwonen. Baudoin, die als kadet-flankeur in dienst was getreden, viel dus ook in de termen voor dit schoolbezoek. Hij werd daartoe, in December van hetzelfde jaar, teruggesteld tot sergeant, echter met behoud van den rang en de distinctieve teekenen van sergeant-majoor en vertrok in dezelfde maand naar Padang en vandaar met de Indische

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 128