MAATREGELEN, TE NEMEN INGEVAL VAN OPSTAND IN EEN DER GEWESTEN VAN NEDER LANDSCH-INDIË In het laatst van het jaar 1882, toen ik de betrekking waarnam van eerstaanwezend genieofficier in het commandement van Celebes en Onderhoorigheden, werd mij door den militairen commandant in dat gewest opgedragen, mijne denkbeelden uiteen te zetten omtrent de verdediging van het Gouvernement Celebes tegen den Europeeschen en tegen den Inlandschen vijand. In Februari 1883 diende ik daarop eene memorie in, waarin de maatregelen werden opgesomd, die naar mijne meening in beide gevallen zouden moeten genomen worden. Eenige maanden daarna werd een aanvang gemaakt met de be- spreking der memorie op de wetenschappelijke bijeenkomsten der officieren; doch verschillende omstandigheden waren oorzaak, dat de bespreking van de maatregelen, te nemen tegen een Europeeschen vijand, niet werd afgehandeld, terwijl de bespreking van de maat regelen tegen een Inlandschen vijand geheel achterwege bleef. Door toevallige omstandigheden kwam onlangs deze memorie mij weder in handen en vond ik het niet ondienstig mijne denkbeelden, voor zoover het de bestrijding van een Inlandschen vijand betreft, meer algemeen bekend te maken. W el zijn de door mij voorgestelde maatregelen meer uitsluitend van toepassing op Celebes, en nog wel speciaal op Makassar, maar toch zijn zij grootendeels van dien aard, dat zij ook elders toe passing kunnen vinden. Ik weet niet, of in de verschillende archieven der plaatselijke en gewestelijke militaire commandanten nota's worden aangetroffen, in den geest- mijner memorie; is dit wel het geval, dan is mijn opstel 1886, Dl. I. x

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 12