128
7 ure 's avonds, buiten het gezicht van den vijand, de Batang-sossak
over, en marcheerde langs den oever dier rivier, ten einde achter de
vijandelijke versterkingen nabij de Goenong-intan te komen.
De le luitenant Hasslocher werd met de 4e compagnie van het
6e bataljon in het bivouac te Padang-benoengang achtergelaten, met
last om den volgenden dag op de vijandelijke benteng Parpantangan,
die bijna een half uur van ons bivouac gelegen was, een schijnaanval
te doen, ten einde den vijand te misleiden en bezig te houden en
den hoofdtroep zoodoende in de gelegenheid te stellen, ongemerkt
naar Goenong-intan voort te rukken.
De colonne marcheerde gedurende den geheelen nacht door zware
wildernissen, nu en dan langs den oever der rivier, dan weder door
het bosch, totdat zij eindelijk den 24en, des morgens tegen 3 uur ten
noorden van Goenong-intan aankwam en op een vijandelijken voor
post stuitte. Deze werd door den vijand, na eenige schoten gelost te heb
ben, verlaten. Daarna trok de colonne met het aanbreken van den dag
op ongeveer een kwartier afstand beneden de Goenong-intan de
Batang-sossak weder over, alwaar zij positie nam.
Dienzelfden dag droeg de kapitein Schoch het bevel der troepen
aan den kapitein J. P. A. Van der Riet op, waarop hij, vergezeld
door Baudoin en 25 flankeurs, naar Padang-benoengang terugkeerde.
Den 26en Juli werd Baudoin met 50 bajonetten en 100 man ge-
weerdragende hulptroepen op verkenning naar Parpantangan uit
gezonden, waar hij het geluk had de voorste vijandelijke versterking
ongemerkt te naderen en vervolgens tien vijandelijke versterkingen
successivelijk in te nemen met een verlies van slechts drie gewonden.
Hij nam positie voor de vijandelijke kampong Mahoempang, waar zijn
detachement gedurende vier a vijf uur door den vijand beschoten werd.
De kapitein Schoch, die deze behaalde voordeelen op den vijand
wilde vervolgen, viel de kampong Mahoempang op den 28en daaraan
volgende met zijne geringe macht aan, maar werd reeds bij het be
gin van den aanval door een kogel in de borst getroffen, en stierf
den heldendood. (1)
Na den dood van den kapitein Schoch werd de aanval door Bau
doin voortgezet. Deze schreef dienzelfden dag aan den kapitein
(1) Lange, Deel II, blz. 323 325.