132 den door ons in beslag genomen en zij op vonnis van den krijgs raad opgehangen. Eenige dagen later kwam er een aantal van 70 groote en kleine rooversprauwen voor ons etablissement met hetzelfde doel n. 1. om onze gemeenschap af te snijden, waarop Baudoin last kreeg met eene prauw, bewapend met twee lilla's en 25 bajonetten, de vijandelijke prauwen aan te zeggen, dat zij zee moesten kiezen, terwijl een tweede prauw, bemand met 20 bajonetten en drie lilla's en ge commandeerd door den 1™ luitenant L. Breukers, dezelfde opdracht kreeg. Hunne aanzegging werd evenwel met schrootvuur beantwoord, waarop eenigen onzer inlandsche roeiers de riemen wegwierpen en over boord sprongen, zoodat de soldaten verplicht waren, hunne geweren neer te leggen en zelf te roeien. Daar zij niet veel van de roeikunst verstonden gingen onze prauwen langzaam vooruit en werden zij weldra aanhoudend beschoten en zelfs door de vijan delijke prauwen vervolgd, zoodat de soldaten al zwemmende den wal moesten bereiken. Het gevolg hiervan was, dat onze prauwen en 12 geweren in handen van den vijand vielen en een soldaat ver dronk. Den volgenden dag verscheen de geheele vloot, ten getale van 100 prauwen, voor ons etablissement en werd dit onophoude lijk door hen beschoten. Onze soldaten, die achter de borstwering, welke door den militairen commandant was opgeworpen, opgesteld waren, richtten echter een zoo goed onderhouden geweervuur op den vijand, dat deze verplicht was in den nacht van den 29en op den 30en Mei zee te kiezen. In Februari 1840 werd Baudoin benoemd tot le luitenant-adjudant bij het 6L bataljon infanterie, onder commando van den majoor C. H. J. P. C. YonLutzow te Pertibi. Ha ongeveer vijf maanden op genoemde plaats geweest te zijn, ver trok hij in October van dat jaar naar Tapanoeli en vandaar naar Padang, welke plaats aan zijn bataljon als standplaats was aangewezen. Bij Koninklijk besluit dd. 12 Februari 1.841 no 144 werd hij benoemd tot ridder der militaire Willemsorde 4e klasse, wegens bewezen diensten in den oorlog op Sumatra's Westkust.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 143