134 de troepen van de Padangsche bovenlanden, die eenigszins gemist konden worden, benevens 80 mariniers en matrozen van Zr. Ms. kor vet Boreas onder den luitenant ter zee le klasse Kluijskens werden gedirigeerd, ten einde aan eene wapenschouwing, op den 22en Mei door den kolonel Michiels te houden, deel te nemen. Bij die gelegenheid werd aan het 10e bataljon infanterie het voor dat korps bestemde vaandel plechtig uitgereikt, waarna de troepen, ruim 1200 bajonetten sterk, de 80 mariniers en matrozen, onder bevel van Kluijskens, en 6 bespannen kanonnen voor den kolonel defileerden. De menigte aanschouwers werd op 20000 geschat en in het algemeen scheen deze plechtigheid een gunstigen indruk te weeg te brengen. Na afloop van de revue keerden de troepen naar hunne gar nizoenen terug, met uitzondering van het6e bataljon infanterie onder het bevel van den majoor Gerritsen en de mariniers en matrozen, die voorloopig achter bleven. Eene maand later waren er eenige kwaadwilligen, hoogst waar schijnlijk nog de overgeblevenen van de opstandelingen van Batipo, die de bevolking van de 50 kota's tegen ons opruidenten gevolge hiervan werd het 6e bataljon met de mariniers en matrozen, allen onder het bevel van den majoor Gerritsen, derwaarts gedirigeerd tot het maken van eene vertooning. Een dag voor den afmarsch werd Baudoin bij den majoor ontboden en kreeg toen last, om op te nemen hoeveel koelies er benoodigd waren, tot het dragen van de noodige munitie, vivres, enz. en dien overeenkomstig den koelibon in te vullen, en daarna op de schrijf tafel van den majoor te leggen. Aan dien last werd door hem voldaan. De majoor, laat thuis komende, vergat den koelibon te teekenen, zoodat, toen de colonne den anderen dag s'morgens vroeg marsch- vaardig was, de noodige koelies niet aanwezig waren. In vollen ren reed de majoor, op de verzamelplaats gekomen, naar hem toe en zeide hem: „Godvmijnheer, waar zijn de koe lies?" hem tegelijkertijd den koelibon toewerpende. Baudoin, als adjudant ook te paard gezeten, antwoordde„Godvmajoor, „ik ben geen koelimandoeren wierp hem den bon weder terug. De majoor, hierover verstoord, legde hem onmiddellijk het arrest op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 145