135
en deed hem tusschen twaalf gewapende mariniers onder den luite
nant ter zee 2e klasse Bezier naar Padang-pandjang transporteeren,
waar hem door deu militairen commandant het arrest tot nader order
werd opgelegd.
Zes dagen daarna kwamen de troepen te Padang-pandjang terug
en werd Baudoin door den majoor gestraft met veertien dagen streng
arrest zonder acces, om reden hij ZHEG. voor het front der troepen
met een koelibon in het aangezicht had gesmeten.
Na afloop der straf beklaagde Baudoin zich daarover bij den luitenant
kolonel Lincklaan Westenberg, commandant van de Padangsche
bovenlanden. Daar bij onderzoek bleek dat de koelibon het aan
gezicht van den majoor niet had geraakt en dus de strafreden niet
geheel juist was, terwijl de majoor tevens zelf eenigszins aanleiding tot het
feit had gegeven, werd Baudoin in 't gelijk gesteld en de straf geroijeerd.
Hoewel hierdoor ruimschoots gerechtvaardigd, vergaf hij toch zijn
bataljonscommandant de naar zijne meening onverdiend ondervonden
bejegening niet, hetgeen o. a. uitkwam bij eene gebeurtenis, die eenige
maanden later te Padang-pandjang onder de officieren plaats had
en wel der vermelding waard is, daar zij destijds bijna de geheele
Westkust van Sumatra in opschudding bracht.
Zooals den lezer bekend zal zijn, is Padang-pandjang eene
plaats, waar het bijna iedereu dag regent. De officieren van het
garnizoen waren dus genoodzaakt hunne vermaken in huis te zoeken,
eu voor het garnizoen zelf werden in den regel de morgendiensten,
n. 1. het exerceeren, afgelast.
Op een morgen, toen het bijzonder mooi weer was en de
morgendienst weder zooals gewoonlijk afgelast was, kon men een
aantal officieren den weg zien inslaan, die toenmaals de gewone wan
delplaats was en waarbij men het huis van den kapitein Kern
moest passeeren.
Eenigen hunner besloten den braven kapitein Kern hunne morgen
groeten te brengen. De overige wandelaars voegden zich onwille
keurig daarbij, zoodat weldra op eeu enkele na het geheele officiers
korps zich in diens huis bevond.
Ouder gezelligen kout vloog de tijd ongemerkt om, totdat het etens
uur naderde, waarop de kapitein hun mededeelde dat het hem niet